Havo 3 Diagnostische test
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Schrijf zoveel mogelijk begroetingen in t Frans op
Slide 2 - Question ouverte
Het is het tegenovergestelde
Wil je langzamer praten?
Kun je je naam spellen?
Kun je het herhalen, alsjeblieft?
Rendez-vous à quelle heure?
C' est le contraire de
Tu peux parler plus lentement?
Tu peux épeler ton nom
tu peux répéter s' il te plaît?
hoe laat spreken we af?
Slide 3 - Question de remorquage
Schrijf de maand van jouw verjaardag in het Frans op
Slide 4 - Question ouverte
hoe vraag je de rekening in een restaurant?
A
La facture, s' il vous plaît?
B
L'addition, s' il vous plaît?
C
Je voudrais avoir de l'argent
D
Est-ce que je peux payer le restaurant?
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Bestel van de menukaart in het Frans:
voorgerecht, hoofdgerecht, dessert, en een drankje
voorgerecht, hoofdgerecht, dessert, en een drankje
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: in de zomer is het heel heet
A
En été il fait très chaud
B
En hiver il fait très chaud
C
En automne il fait très chaud
D
Au printemps il fait très chaud
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Excusez-moi, je peux vous demander quelque chose?
Pardon, vous pouvez m' indiquer le chemin?
Waar vraagt deze persoon beleefd naar?
Pardon, vous pouvez m' indiquer le chemin?
Waar vraagt deze persoon beleefd naar?
Slide 10 - Question ouverte
Sleep de juiste Nederlandse vertaling naar de Franse woorden
un claquement
le médecin
le portable
le médicament
un bruit
een geluid
de arts
het mobieltje
een klap
het medicijn
Slide 11 - Question de remorquage
Geef de betekenis van:
Nous sommes en troisième
Nous sommes en troisième
Slide 12 - Question ouverte
Écoute et choisis les bons chiffres
A
73 – 5 – 57 – 43 – 80
B
73 – 15 – 57 – 43 – 90
C
73 – 15 – 57 – 42 – 90
Slide 13 - Quiz
Welke dag is het vandaag? Noteer in het Frans
Slide 14 - Question ouverte
Qu' est-ce qu' on peut acheter dans une boulangerie?
Slide 15 - Question ouverte
de deur
verantwoordelijk
reizen
sturen
het werk
Kiezen
Responsable
Choisir
Envoyer
la porte
Voyager
l'emploi
Slide 16 - Question de remorquage
Slide 17 - Vidéo
Welke beschrijving hoort bij welk meisje? Sleep de zin naar het goede plaatje.
Elle a les cheveux blonds.
Elle a les yeux verts.
Elle a les cheveux roux.
Slide 18 - Question de remorquage
Kies le futur proche
A
J'ai marché
B
Ils marchent
C
Tu vas marcher
Slide 19 - Quiz
( een film ) kijken
A
parler
B
regarder
C
voir
D
écouter
Slide 20 - Quiz
La famille
Slide 21 - Carte mentale
hier
presque
aujourd'hui
demain
toujours
vandaag
gisteren
altijd
morgen
vaak
bijna
