Woordenlijsten EF
vite
A
ver
B
snel
C
eindelijk
D
ziek
1 / 15
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
vite
A
ver
B
snel
C
eindelijk
D
ziek
Slide 1 - Quiz
gagner
A
winnen
B
meedoen
C
naar huis gaan
D
dansen
Slide 2 - Quiz
l'endroit
A
de tijd
B
de maaltijd
C
de keer
D
de plek
Slide 3 - Quiz
faire du cheval
A
fietsen
B
zwemmen
C
skiën
D
paardrijden
Slide 4 - Quiz
les légumes
A
de yoghurt
B
de ontbijtgranen
C
de groenten
D
het ontbijt
Slide 5 - Quiz
le passetemps
A
de keer
B
de hobby
C
de nacht
D
het vertrouwen
Slide 6 - Quiz
accro
A
ver
B
vanwege
C
verslaafd
D
ziek
Slide 7 - Quiz
faire de la natation
A
zwemmen
B
fietsen
C
dansen
D
hockeyen
Slide 8 - Quiz
heureusement
A
vanwege
B
op die manier
C
gelukkig
D
eindelijk
Slide 9 - Quiz
je m'entraîne
A
ik train
B
ik slaap
C
ik geloof
D
je moet
Slide 10 - Quiz
comme ça
A
vanwege
B
eindelijk
C
op die manier
D
meedoen
Slide 11 - Quiz
avoir raison
A
de beste vriend
B
meedoen
C
leggen, zetten
D
gelijk hebben
Slide 12 - Quiz
malade
A
zelfs
B
ziek
C
echt
D
erg
Slide 13 - Quiz
faire du vélo
A
tennissen
B
paardrijden
C
fietsen
D
skiën
Slide 14 - Quiz
loin
A
ver
B
erg
C
iemand
D
vooral
