examentraining 2020
1 / 22
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is de schijf van 5?
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen
D
Vijf producten met veel vitamines
Slide 3 - Quiz
Wat is gezond eten?
A
gevarieerd, volgens de schijf van 5
B
Veel fruit eten en patat
C
Geprepareerd volgens de schijf van 8
D
gevarieerd, met een hoge vetinname
Slide 4 - Quiz
uit hoeveel schijven bestaat de schijf van vijf?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 5 - Quiz
Welke organisatie heeft
"De Schijf van 5" ontwikkeld?
"De Schijf van 5" ontwikkeld?
A
de gezondheidsraad
B
TikTok
C
het voedingscentrum
D
Albert Hein
Slide 6 - Quiz
Wat hoort er niet in de schijf van 5?
A
B
C
D
Slide 7 - Quiz
Wat zit de er in de grootste schijf van de schijf van 5?
A
Vetten en oliën
B
Zuivel
C
Water
D
Groente en fruit
Slide 8 - Quiz
Schijf van 5
Niet in de schijf van 5
Aanbevolen: 250 gram per dag/ fruit: 200 gram
Groente en fruit
volkoren graanproducten
volkorenbrood, volkorenpasta, volkoren couscous, volkoren bulgur en zilvervliesrijst
eiwit
Vis, peulvruchten, vlees en ei
In '''' zitten veel goede voedingsstoffen, zoals ijzer en vitamine B12.
Kaas
vruchtensap
dranken
Wit brood
Slide 9 - Question de remorquage
Sleep de voedingsmiddelen naar
het juiste vak van de schijf van 5
1
2
3
4
5
granenkoekjes
vette vis
Romaine sla
water
visolie
appels
meelwormen
bananen
krekels
Slide 10 - Question de remorquage
Voedingstoffen worden ingedeeld in zeven groepen. Welke 7 zijn dat?
Slide 11 - Question ouverte
groepen voedingsstoffen
voedingsstoffen
energierijke stof
bouwstof
beschermende stof
eiwitten
mineralen, water
vitaminen
mineralen
koolhydraten, vetten
Slide 12 - Question de remorquage
Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Wat hoort waar?
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Allergenen:
Welke heb je allemaal?
Welke heb je allemaal?
Slide 15 - Carte mentale
Wat betekend objectief en subjectief?
Slide 16 - Question ouverte
Het was een heerlijke dag! Wat hebben wij genoten van de busrit naar de Keukenhof!
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 17 - Quiz
Onderweg zagen wij verschillende bloembollenvelden in allerlei kleuren, rood roze paars en wit!
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 18 - Quiz
Nadat wij aankwamen, kregen wij een lekker gebakje met een kop koffie of thee.
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 19 - Quiz
Vervolgens begonnen wij in groepjes van 4 personen aan de wandeling in de Keukenhof
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 20 - Quiz
Halverwege de wandeling lunchten wij in het paviljoen
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 21 - Quiz
Aan het einde van de wandeling hebben wij in het restaurant een glas fris gedronken en Iris en Bart namen een ijsje
A
Objectief
B
Subjectief
