Introductie + start leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag

- Leren we elkaar een beetje beter kennen;

- Weet jij wat het aankomende jaar van jou verwacht wordt tijdens de lessen Nederlands;

- Test jij wat jij nog weet van leesvaardigheid en haal je deze kennis eventueel op.

Kennismaking

- Rondje namen + evt. wat over jezelf

In de lessen

- Luisteren we naar elkaar;

- Respecteren we elkaar;

- Roepen we niet door de klas --> je steekt je vinger op als je wat wil zeggen.

- Praten we niet door elkaar heen, zeker niet door de docent :) 

- Proberen we zoveel mogelijk (van elkaar) te leren.

Wat neem je mee naar de lessen Nederlands?

• Pen!!
• Je Nederlands boek + een schrift/map. Geen losse blaadjes!!
• Je studiewijzer (wordt straks uitgedeeld)
• Je laptop
• Een leesboek

Nu gaan we echt beginnen

Leesvaardigheid Brugklas

• Onderwerp van de tekst; 

                Oriënterend lezen

• Deelonderwerpen; 

                 Globaal lezen

• Hoofdgedachte van de tekst;

                  Precies lezen

• Tekstverbanden en signaalwoorden;
• Het doel van een tekst;
• Het doel van afbeeldingen bij een tekst.

Het onderwerp van een tekst

Het onderwerp van een tekst

- Waar gaat de tekst over?

1. Je vindt het onderwerp door oriënterend te lezen:

      titel, illustraties, tussenkopjes, anders gedrukte woorden + eerste alinea lezen.

2. Je beantwoordt vervolgens de vraag: waar gaat de tekst over?

Deelonderwerpen

Deelonderwerpen

Een deelonderwerp is een aspect (deel) van het onderwerp.

voorbeeld:          Onderwerp = de olifant

                          mogelijke deelonderwerpen: leefgebied, uiterlijke kenmerken, eetgewoontes

1. Een deelonderwerp vindt je door globaal lezen:

Je leest de eerste en de laatste zin van alle alinea's.

Hoofdgedachte

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 

1. Lees de tekst precies.

2. Beantwoord de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

3. Je antwoordt in 1 hele zin. 

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

• Samenhang tussen zinnen en alinea's.
• De samenhang herken je aan signaalwoorden.

Het doel van een tekst

Een schrijver heeft een doel met zijn tekst. Er zijn vier tekstdoelen:

1. Amuseren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Activeren

Het doel van een illustratie

Een schrijver kan met een illustratie verschillende doelen hebben. Hij wil:

1. De tekst verfraaien.
2. De aandacht trekken.
3. Informatie uit de tekst verduidelijken.
4. Informatie uit de tekst aanvullen.

Studiewijzer

Aan de slag:

Lezen: Theorie blz. 236 + 237

Maken: blz. 238 opdr. 1

Let op: Antwoord in hele zinnen, anders krijg je geen paraaf!