6 maart

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat doen we vandaag?

• Vragen Grammatica 11A?
  
• Vragen Achilles en Hektor
  
• Bespreken 11A
• Vertalen 11A

Thematische  Aoristus

• De meeste werkwoorden vormen de Aoristus door de praesensstam + sigma + uitgangen.
• Maar: sommige werkwoorden hebben een andere aoristus stam gevolgd door een themavocaal: epsilon/omikron.
• De uitgangen zijn hetzelfde als het imperfectum.
• Je herkent de thematische aoristus aan de stam. Leer deze!
  
  

Vragen grammatica?

Achilles en Hektor

• 1. - Athena haalt, in de gedaante van zijn broer, Hektor over om de strijd met Achilles aan te gaan 
• - Athena geeft Achilles, zonder dat Hektor dat ziet,
  zijn speer terug 
• 2. a. Aan de binnenkant van het dijbeen en in zijn
  rechterborst 
• b. Nee, volgens het verhaal raakt hij Hektors hals
  

Achilles en Hektor

• 3. Nee, bij Homeros sleept Achilles het lijk om de grafheuvel
  van Patroklos
• 4. Het is zijn eigen helm, die Hektor van Patroklos had
  afgepakt 
• 5. Als genoegdoening voor Patroklos die door Hektor is
  gedood

Achilles en Hektor

• 6. Achilles moet ophouden met het schenden van
  Hektors lijk 
• 7. Links de ziel van Hektor (ongewapend en wegvluchtend),
  rechts de ziel van Patroklos, bij zijn grafheuvel  (gewapend, zinnend op wraak)

Ἐξαίφνης δ’ ὁ Ἀχιλλεὺς εἶδε ψυχὴν ἐν τῷ ὕπνῳ.

Ἡ δὲ ψυχή, πάντα ὁμοία τῷ Πατρόκλῳ, εἶπεν αὐτῷ·

Καθεύδεις, Ἀχιλλεῦ; Οὐκέτι φροντίζεις ἐμοῦ
μετὰ τὸν θάνατον;

Ἐν δὲ τῷ βίῳ ἀεὶ ἑταῖρός μου ἦσθα!

Ἱκετεύω σε· τάχα με θάψον!

Νῦν γὰρ πρὸς ταῖς θύραις τοῦ Ἅιδου πάρειμι, ἀλλ’ αἱ ψυχαὶ αἱ τῶν ἄλλων νεκρῶνκωλύουσί με εἰσελθεῖν.

– Καὶ ἄλλο τι αἰτῶ σε.

Καὶ σοὶ γὰρ μοῖρά ἐστιν ἀποθανεῖν ἐν τῇ Τροίᾳ.

Μὴ δὴ δίχα θάπτε τὸ σῶμα τὸ ἐμόν, ἀλλ’ ὁμοῦ τῷ σώματι τῷ σῷ ἐν μιᾷ σορῷ!

Ὥσπερ γὰρ Πηλεύς, ὁ πατήρ σου, ἐμὲ μετὰ σοῦ ἔθρεψεν,

ἡμεῖς δ’ ἐν τῷ βίῳ ἀεὶ παῖδες συνῆμεν, οὕτω δὴ ἐν μιᾷ σορῷ συνεῖναί σοι ἐλπίζω, Ἀχιλλεῦ!’

Ὁ δ’ Ἀχιλλεὺς τῷ ἑταίρῳ ὑπέλαβεν·

Τί πρὸς ἐμὲ ἀνῆλθες, φίλε Πάτροκλε, καὶ ταῦτά με αἰτεῖς;

– Ἀλλ’ ἐγὼ ταῦτα μέλλω ποιεῖν, ὥσπερ σὺ κελεύεις – ἀλλὰ πρόσελθε!

Ἔπειτα ὁ Ἀχιλλεὺς τὰς χεῖρας ὤρεξεν πρὸς τὸν φίλον, ἀλλ’ οὐκ ἔλαβεν αὐτόν·

ἡ γὰρ ψυχή, ὥσπερ καπνός, ἤδη κατὰ χθονὸς κατῆλθεν.

Aan het werk. 

• Vertalen 11A.

Dit is ook huiswerk.

Daarnaast: leer de woordjes en grammatica van 11A.