Proeftoets Politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Voordat je begint

OEFENTOETS HOOFDSTUK 3 POLITIEK

Is dit directe of indirecte democratie?

1. directe democratie
2. indirecte democratie
3. geen van beide
4. allebei

Van welke soort democratie is hier sprake ?

1. Directe democratie
2. indirecte democratie

Wie behoren tot de overheid?

1. Nederlanders die mogen stemmen
2. Nederlanders die belasting betalen
3. Politici en ambtenaren
4. Politici en kiezers

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In Nederland hebben we geen vrije verkiezingen.
2. Bij geheime verkiezingen mag je aan niemand vertellen op wie je hebt gestemd.

1. 1 is juist , 2 is onjuist
2. 1 is onjuist , 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

In de Nederlandse democratie:

1. beslist het volk over alles
2. neemt de koning de belangrijkste besluiten
3. mogen inwoners over iedere nieuwe wet stemmen
4. kiest de bevolking vertegenwoordigers die de besluiten nemen

Wat is een rechtstaat?

1. Een land waarin de rechters de macht hebben
2. Een land waarin wetten gemaakt worden door rechters
3. Een land waarin burgers vrijheden hebben die door wetten bepaald zijn
4. Een land waarin je geen vrijheden hebt

Wat is een grondwet?

1. Dat zijn alle wetten van een land.
2. Dat is de belangrijkste wet van een land.
3. Daarin staan de plichten van de burgers.
4. Daarin staan de rechten en plichten van burgers.

Actief kiesrecht is

1. recht om te stemmen
2. recht om je verkiesbaar te stellen

Wat is passief kiesrecht?

1. het recht om je verkiesbaar te stellen
2. het recht om te stemmen
3. het recht om te solliciteren als ambtenaar
4. het recht om door de overheid geholpen te worden

Welke politieke partij is een liberale partij?

1. CDA
2. PvdA
3. VVD
4. SP

Noem zo veel mogelijk linkse partijen

Noem 2 rechtse partijen

''Wie hard werkt, mag ook veel meer verdienen dan andere''.

Deze uitspraak hoort vooral bij:

1. links
2. midden
3. rechts
4. zowel links als rechts

Welk recht hoort niet in het rijtje thuis?

1. het recht op vrijheid van meningsuiting
2. het recht van initiatief
3. het recht van amendement
4. het recht om wetten goed en af te keuren

Bij welke stroming past deze uitspraak?

“Welvaart moet beter verdeeld worden”

1. Liberalen
2. Christen-democraten
3. Sociaal-democraten
4. Christen-socialisten

Wat zijn de hoofdtaken van het parlement?
1. Debatteren en stemmen over wetsvoorstellen.
2. Ministers controleren.
3. Ministers en staatssecretarissen kiezen.
4. Wetten uitvoeren.

1. 1 en 2
2. 1 en 3
3. 2 en 3
4. 3 en 4

In ............... staat wat de regeringspartijen de komende jaren willen bereiken.
Wat is hier weggelaten?

1. de grondwet
2. de miljoenennota
3. de troonrede
4. het regeerakkoord

Een referendum is een voorbeeld van een indirecte/directe democratie, omdat....

Welke politieke stroming herken je in deze tekst? Leg je antwoord uit.

a. Leg met behulp van het artikel uit dat linkse partijen
voor een actieve overheid zijn.
b. Leg met een voorbeeld uit het artikel uit waarom
de VVD rechts is.

Leg duidelijk uit wat het verschil is tussen de coalitiepartijen en de oppositiepartijen.

Wie zitten er in de regering?

Het parlement?

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer
3. Eerste + Tweede Kamer
4. Koning & ministers