Voorbereiding SE

Parlementaire democratie

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Parlementaire democratie

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte democratie?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Politieke stromingen
Sociaal-democratie
Christen-democratie
Liberalisme

Maar ook:
Conservatief
Progressief
Populisme

Slide 4 - Diapositive

Op basis van hun ideologie kiezen progressieve partijen voor:
A
Behoud van wat in de samenleving is gerealiseerd
B
Een terugkeer naar vroegere normen en waarden
C
Het politieke midden
D
Maatschappelijke veranderingen

Slide 5 - Quiz

Standpunten politieke partijen

Slide 6 - Diapositive

De SGP is een voorbeeld van een:
A
Christelijke, progressieve partij
B
Christelijke, populistische partij
C
Christelijke, one-issue partij
D
Christelijke, ideologische partij

Slide 7 - Quiz

Welke partijen willen dat de overheid bezuinigt op duurzame energie?
A
GroenLinks en SP
B
CDA en D66
C
VVD en PVV
D
CDA en PvdA

Slide 8 - Quiz

Stel, je bent een arme student en je wilt stemmen op een partij die jouw belangen als student behartigt. Op welke partij stem je? Leg je keuze uit met een argument.

Slide 9 - Question ouverte

Vrije en geheime verkiezingen
Wat houdt dit in?

Slide 10 - Diapositive

Passief kiesrecht betekent:
A
Dat je gebruik maakt van je stemrecht en dus gaat stemmen
B
Dat je een zwevende kiezer bent
C
Dat je niet verplicht bent om te stemmen
D
Dat mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen

Slide 11 - Quiz

Regering
Bestaat uit:
-Koning en ministers

Taken:
-Wetsvoorstellen maken
-Uitvoerende taak/dagelijks bestuur

Slide 12 - Diapositive

Parlement
Eerste en Tweede kamer
-Eerste Kamer: 75 zetels, indirect gekozen
-Tweede Kamer: 150 zetels, direct gekozen

Taken:
-Medewetgeving
-Controleren van de regering

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Het kabinet bestaat uit:
A
Koning en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning, minsters en kamerleden
D
Ministers en informateur

Slide 15 - Quiz

In Nederland kunnen ministers:
A
nooit deel uit maken van het parlement
B
ook in de Eerste Kamer zitten
C
ook in de Tweede Kamer zitten
D
samen een fractie in de Tweede Kamer vormen

Slide 16 - Quiz

Wat houdt het recht van amendement in?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een pressiegroep.

Slide 19 - Question ouverte

Wat kunnen burgers doen om invloed uit te oefenen op de politiek?

Slide 20 - Question ouverte

Hebben we voldoende tijd over?
-Leren
of
-De nieuwsquiz

Slide 21 - Diapositive