CKV H4-A4 Dans verkennen en verbreden

DANS verkennen
Dans is de kunst van het bewegende lichaam. Als je erop let, zie je overal ‘dans’: op TikTok, Just Dance, reclames, posters, sportscholen, feestjes, festivals, op straat, in het theater. Dans heeft meerdere doelen: iets vieren, stoom afblazen, gevoelens uiten, iemand versieren…. of een artistiek doel. Bij dat laatste dansen er professionele dansers voor een publiek.
Ter introductie een filmpje waarin je verschillende stijlen dans door de jaren heen ziet.

                                       
  1. Je kent de genres en kenmerken van de discipline dans.
  2. Je kunt beargumenteren welke dansvormen jou aanspreken en welke niet. 
  3. Je kunt de kenmerken toepassen in de verdiepende keuzeopdracht.

LEERDOELEN
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
CKVMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

DANS verkennen
Dans is de kunst van het bewegende lichaam. Als je erop let, zie je overal ‘dans’: op TikTok, Just Dance, reclames, posters, sportscholen, feestjes, festivals, op straat, in het theater. Dans heeft meerdere doelen: iets vieren, stoom afblazen, gevoelens uiten, iemand versieren…. of een artistiek doel. Bij dat laatste dansen er professionele dansers voor een publiek.
Ter introductie een filmpje waarin je verschillende stijlen dans door de jaren heen ziet.

                                       
  1. Je kent de genres en kenmerken van de discipline dans.
  2. Je kunt beargumenteren welke dansvormen jou aanspreken en welke niet. 
  3. Je kunt de kenmerken toepassen in de verdiepende keuzeopdracht.

LEERDOELEN

Slide 1 - Diapositive

IK DANS WELEENS:
A
IN MIJN EIGEN KAMER
B
BIJ HET UITGAAN
C
OP LES
D
OP SCHOOL

Slide 2 - Quiz

Hoe vind jij het om zelf te dansen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Ben jij wel eens bij een voorstelling geweest waarin gedanst werd? Zo ja welke?

Slide 4 - Question ouverte

Iedere kleuter begint meestal zomaar met bewegen als hij/zij muziek hoort, maar op een gegeven moment houdt dat op. Hoe komt dat denk je?

Slide 5 - Question ouverte

GENRES IN DE DANS
Lees onderstaande genres en beantwoord dan de vragen op de volgende slide
Klassiek ballet
Deze dansvorm is de oudste westerse theater dansvorm en is ontstaan in de 17e eeuw. Het unieke hieraan is dat de techniek ervan is vastgelegd zodat iedereen ter wereld die deze dansvorm danst dezelfde danspassen maakt. De romantische versie is vaak gebaseerd op sprookjes.

Moderne dans
Deze dansvorm ontstaat in het begin van de 20e eeuw en zet zich af tegen het klassieke ballet. Binnen de moderne dans staat de danservaring zelf en de innerlijke oorsprong van beweging centraal.

Jazzdans
In de 19e eeuw komen de tot slaaf gemaakte Afrikanen in Amerika in aanraking met westerse dansvormen en zij combineren dit met hun eigen dans. Hieruit ontstaan nieuwe vormen. Jazzdans wordt veel toegepast in Musical en Showdans.

Urban/Hiphop
Deze dansvorm is begonnen in de wijk The Bronx in New York, rond het midden van de jaren zeventig. Deze stijl is het verzamelwoord voor verschillende dansstijlen zoals Hip hop, breakdance, streetdance, popping&locking.

Wereld of volksdans
Deze dansvorm is een verzamelnaam voor danssoorten die behoren tot de cultuur een volk of een land. Soms wel meer dan duizend jaar oud.

Slide 6 - Diapositive

KENMERKEN DANS
Lees onderstaande kenmerken en maak de vragen op de volgende slides
Hoogte
In het verticale vlak kan de danser zich bewegen in drie lagen: hoog, midden en laag. De lagen worden gedacht vanuit het bekken van de danser, dat als ‘midden’ wordt gezien. Dus springen is dan ‘hoog’ en zittend/liggend de grond gebruiken is ‘laag’. 

Ruimte
Op het moment dat een danser zich beweegt in de ruimte gebruikt hij richtingen en hoogtelagen. De variaties daarin kunnen leiden tot patronen (lijn, cirkel, slinger, spiraal, acht, etc.), vormen van het lichaam van de danser (groot, helemaal uitgestrekt of klein, helemaal in elkaar; rond of hoekig etc.). Ook de plaatsing van één danser in de ruimte, van meerdere dansers ten opzichte van elkaar (opstellingen zoals kring of rij), of de plaatsing van dansers t.o.v. decorstukken hoort hierbij. 

Kracht
Om te kunnen bewegen moet de danser zijn spieren aanspannen en ontspannen, afhankelijk van de beweging die hij wil maken. Denk hierbij aan het optillen van een been, dat vraagt om de aanspanning van bepaalde spiergroepen en om de ontspanning van weer andere spiergroepen. Het karakter van een beweging hangt sterk af van de aanzet die de danser actief geeft aan de beweging: hij kan een sterke aanzet meegeven of een zeer lichte. 

Richting
In het horizontale vlak zijn er diverse richtingen waarin de danser de ruimte kan doorsnijden. Denk hierbij aan voor- en achterwaarts, zijwaarts en diagonaal. Ook de blikrichting (focus) van de danser is van belang. 
Tijd
Dans voltrekt zich niet alleen in de dimensie ruimte, maar ook in tijd. Dans heeft een duur (acht maten voor een paar passen, avondvullend voor een sprookjesballet bijvoorbeeld), een tempo (van uiterst langzaam tot extreem snel), een ritme en maat (zie bij muziek). Kortom, dans maakt een bepaalde onderverdeling van de tijd zichtbaar. 

Slide 7 - Diapositive

RUIMTE
TIJD
KRACHT
Zwaartekracht
Opstelling
Herhaling
Liften (omhoog tillen)
Vertragen
Ritme
Hoog/midden/laag
Snelheid

Slide 8 - Question de remorquage

VERBREDEN DANS
We gaan naar dans kijken vanuit de dimensie Amusement en Engagement. 
Vaak is dans een vorm van amusement. Je gaat naar een voorstelling om vermaakt te worden. Of je danst zelf voor je eigen plezier. Maar soms willen choreografen een belangrijke maatschappelijke kwestie of hun betrokkenheid daarbij aan de orde stellen, dan is er sprake van engagement.

Dans kan een verhaal hebben, maar kan ook opgebouwd zijn vanuit beweging en vorm. En soms is het een combinatie van die twee. 
Dans kan ook een ondersteunende functie hebben, bijvoorbeeld in musical, opera of dans in een videoclip bij een song. 

Slide 9 - Diapositive

1. In 2005 startte in Amerika het eerste seizoen van So you think you can dance.
In 2008 werd het programma in Nederland voor het eerst uitgezonden.
Talentvolle jonge dansers strijden om de eerste plaats. Sommige mensen
vinden ‘dans’ in Tv-programma’s alleen maar amusement. Anderen zeggen
dat dansprogramma’s op TV echt wel kunst of engagement kunnen laten zien.

Bekijk dit fragment. Welk verhaal vertelt deze dans?

Slide 10 - Question ouverte

In 1983 brak Anne Teresa De Keersmaeker internationaal door met 
Rosas danst Rosas. Abstracte bewegingen vormen de basis waarin
herhaling de hoofdrol speelt. De heftigheid van die bewegingen wordt
gemaakt door kleine dagelijkse gebaren. Rosas danst Rosas is uitgesproken
vrouwelijk: vier danseressen dansen zichzelf, opnieuw en opnieuw.

Bekijk dit fragment. Noem drie dagelijkse gebaren uit deze dans.

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Maak een collage met foto's/teksten/filmpjes waar jij aan denkt als je aan dans denkt. Vul die aan met de kenmerken uit het boekje. Welke kenmerken komen het meest terug?

Slide 12 - Diapositive