Les 3: Danselementen

DANSELEMENTEN
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

DANSELEMENTEN

Slide 1 - Diapositive

Wat is Dans alweer?
De kunst van het bewegende lichaam, waarmee de kunstenaar een verhaal probeert te vertellen.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
- Je weet wat een dans voorstelt
- Je weet hoe je een verhaal vertelt met beweging
- je weet hoe je met beweging gevoelens uitdrukken.
- Je weet wat danselementen zijn.
-Je weet hoeveel tellen één deel van choreografie duurt
- Je kan de danselementen in de opdrachten toepassen
Je kan de op de tel van de muziek bewegingen 


Slide 3 - Diapositive

Wat stelt een dans voor?
* Verhaal / Thema
* Gevoelens
*Verbinding met de realiteit

Slide 4 - Diapositive

Hoe kan beweging een verhaal vertellen?

Slide 5 - Diapositive

Alledaagse beweging

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Hoe maak je een dans? (vormgeving)
RUIMTE - TIJD - KRACHT

Slide 8 - Diapositive

Ritme / tijd regelmatig of onregelmatig
Frasering elke beweging heeft een begin, een verloop en een einde -> zo ook een dansfrase: een aantal dansbewegingen achter elkaar die samen een frase vormen waar een begin, een verloop en een einde in zitten. Een dansfrase is een onderdeel van een choreografie.
TIJD
Het element TIJD kan op vier manieren terugkomen in een beweging
Duur korte of langere bewegingen
Tempo snel of langzaam bewegen
  • versnellen
  • vertragen
  • stoppen
  • slow motion

Slide 9 - Diapositive

Lagen
Laag: op de grond, zittend, kruipend, rollend
Midden: met gebogen romp, knieën licht gebogen
Hoog: springend of op tenen bewegen, het lichaam is opgericht
Patronen Op de vloer: cirkels, rechte of ronde lijnen, vierkanten
In de lucht: rechte of gebogen lijnen, spiralen, zig zag, etc.
Richtingen Voor- en achterwaarts
Diagonaal
Zijwaarts (links en rechts)
Omhoog en omlaag
Vormen Iedere beweging zorgt er voor dat je lichaam een bepaald vorm in de ruimte inneemt die kan zijn
  • groot / klein 
  • open / gesloten 
  • symmetrisch / asymmetrisch
Dans voltrekt zich altijd in ruimte. In de meest brede zin van het woord is ruimte de reële of virtuele plek, locatie, waar de danser danst.
RUIMTE
RUIMTE kan vanuit verschillende perspectieven worden bekeken, namelijk:
  • de plek die een danser inneemt op het podium
  • de plek die de danser inneemt ten opzichte van zijn/haar mededansers (formaties als V-vorm, rij, cirkel etc.)
  • en ook de beweging die een danser maakt met zijn lichaam

Slide 10 - Diapositive

Dansers zetten altijd een bepaalde kracht in om te dansen, wat gaat over de bewegingskwaliteit. Dans is, vanuit kracht gezien, een spel dat voortdurend gaande is tussen de krachtsinzet van de danser en zwaartekracht die inwerkt op het lichaam van de danser. De ingezette kracht kan variëren van zeer sterk tot zeer zwak en is afhankelijk van het DOEL van de beweging: wat wil de danser met de beweging uitdrukken?
KRACHT
Een beweging kan verschillen in kracht. Aspecten van kracht zijn
Spanning gespannen, ontspannen, ingespannen, spanningsboog
Gewicht licht, zwaar, balans, verdeling van gewicht, zwaartekracht
Dynamiek energie, sterke of zwakke beweging

Slide 11 - Diapositive

Hoe kan beweging emotie uitdrukken?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive



Voorstelling
  • Verhaal/Thema
  • Gevoelens (Emotie)


Vormgeving:
  • Tijd
  • Ruimte
  • Kracht
  • Expressie
  • Theatervormgeving
Dans analyseren

Slide 20 - Diapositive

De drie danselementen
TIJD - RUIMTE - KRACHT

Slide 21 - Diapositive

Inzoomen op elementen van dans
Lichaam
Wat beweegt er?
Hele lichaam, delen van het lichaam
Ruimte
Waar beweeg ik?
Voor / achter, hoog / laag
Kracht
Hoe beweeg ik?
Gespannen / krachtig, ontspannen / slap, staccato / vloeiend
Tijd 
Wanneer beweeg ik? 
Tempo, accenten

Slide 22 - Diapositive

De choreograaf
- hij of zij ontwerpt een dansvoorstelling

- hij of zij kiest de muziek

Hij werkt samen met:
- decor-, licht- en kostuumontwerpers


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Academisch ballet
- Gaat uit van een vaststaand systeem

- Techniek is vastgelegd op schrift

- De voeten en benen moeten vanuit de heupen worden uitgedraaid, zodat de tenen en knieen opzij wijzen in plaats van naar voren 

- Veel op de grond, aan de barre, in het midden en over diagonaal 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Hiphop
  • wijde kleding; baggy style (wijd, oversized) of strak en sexy
  • bewegen met een bounce, lichaamszwaartepunt bij de grond, isolaties
  • er wordt gebruikgemaakt van rap, hiphop, r&b, funk, top 40, enzovoort
  • te zien in videoclips - dans om de dans: elkaar uitdagen (‘battle’) en jezelf tonen
  • accenten van de dans vallen vaak samen met de (syncopische) accenten en/of beat van de muziek 
  • Slide 28 - Diapositive

    Moderne dans
    - Veel vrijer dan academisch ballet 
    - Haalt inspiratie uit vroegere stijlen 
    - Combineert bewegingen die ze ontleent aan tapdans, rock-'n-roll, beat- en discodansen
    - Staat bekend als post- moderne dans
    aspecten als gewicht, zwaartekracht, adem, spanning en ontspanning spelen een belangrijke rol  

    Slide 29 - Diapositive

    Slide 30 - Vidéo

    Postmoderne dans

    "Postmoderne dans is een stroming binnen de moderne dans, die wordt gekenmerkt door een grote nadruk op de puur formele eigenschappen van de (dans-)beweging en waarin eventueel betekenisvolle inhouden niet op een doelgerichte manier tot uitdrukking gebracht behoeven te zijn, waardoor een grote mate van interpretatievrijheid ontstaat."

    Slide 31 - Diapositive

    Slide 32 - Vidéo

    Anna Teresa de Keersmaeker - Rosas danst Rosas (1983)
    Rosas danst Rosas wordt beschouwd als een van de mijlpalen van de hedendaagse dans.  Abstracte bewegingen vormen de basis van een gelaagde choreografische structuur waarin herhaling de hoofdrol speelt. De heftigheid van die bewegingen wordt gecounterd door kleine dagelijkse gebaren. Rosas danst Rosas is uitgesproken vrouwelijk: vier danseressen dansen zichzelf, opnieuw en opnieuw. De uitputting en volharding die hiermee gepaard gaan zorgen voor een emotionele geladenheid die in scherp contrast staat met de rigoureuze structuur van de choreografie.

    Slide 33 - Diapositive

    De minimal-dance van De Keersmaeker is op simpele basisbewegingen gebaseerd. Deze achteloze, soms kokette gebaren uit het dagelijkse leven bepalen het ritme van de choreografie, die door de monotone, hallucinerende (bedwelmende) muziek van De Mey wordt begeleid. De danseressen herhalen ze telkens opnieuw, alsof het tics zijn die ze niet kunnen onderdrukken. 

    Slide 34 - Diapositive

    Slide 35 - Vidéo

    Slide 36 - Vidéo

    Inspiratie of plagiaat?
    Waar ligt de grens?

    Slide 37 - Diapositive

    Citeren
    De Keersmaeker is niet de enige is die wordt geciteerd. De clip is een aaneenschakeling van verwijzingen naar dansgeschiedenis, film, beeldende kunst en muziek. Danspasjes en bewegingen van Audrey Hepburn, Fred Astaire, Josephine Baker komen voorbij. Citaten uit dansfilms als Flashdance en Fame passeren de revue. Er zit een verwijzing in naar het ballet Glass Pieces (op muziek van Phillip Glass). De beeldtaal van Beyoncés clip refereert ook aan films als Blow Up en de beeldende kunst van Andy Warhol en Piet Mondriaan. De clip kan ook worden gezien als een hommage aan de geciteerde bronnen.

    Bronnen waaraan ook de hedendaagse popcultuur schatplichtig is. Dat sommige critici twijfelen aan eerbare bedoelingen van Beyoncé, komt misschien door het feit dat in de clip geen verklaring is opgenomen dat het hier om een eerbetoon gaat. Geen tekst in intro of aftiteling, waar dank wordt uitgesproken aan Beyoncés grote voorbeelden.

    Slide 38 - Diapositive

    Slide 39 - Vidéo