Grammatica & Zinnen schrijven les 3: voegwoorden/signaalwoorden en zinsverbanden

Nederlands

Grammatica & Zinnen schrijven
Les 3: Voegwoorden, signaalwoorden en zinsverbanden


1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Grammatica & Zinnen schrijven
Les 3: Voegwoorden, signaalwoorden en zinsverbanden


Slide 1 - Diapositive

Opdracht bij geluidsfragmenten
Luister naar de geluidsfragmenten. Het zijn er 12.
Bij ieder fragment horen 2 slides:
- open vraag: Welk signaalwoord hoor je?
- quizvraag: Welk zinsverband hoort daarbij?

Opdracht:
Noteer het signaalwoord dat je hoort. 
Kies het bijbehorende zinsverband.

Slide 2 - Diapositive

Opdracht bij geluidsfragmenten
Luister naar de geluidsfragmenten. Het zijn er 12.
Bij ieder fragment horen 2 slides:
- open vraag: Welk signaalwoord hoor je?
- quizvraag: Welk zinsverband hoort daarbij?

Opdracht:
Noteer het signaalwoord dat je hoort. 
Noteer ook het bijbehorende zinsverband.

Slide 3 - Diapositive

Fragment 1
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 4 - Question ouverte

Fragment 1
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
oorzaak-gevolg
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorwaarde

Slide 5 - Quiz

Fragment 2
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 6 - Question ouverte

Fragment 2
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
oorzaak-gevolg
B
reden
C
conclusie
D
voorbeeld

Slide 7 - Quiz

Fragment 3
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 8 - Question ouverte

Fragment 3
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
doel-middel
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
reden

Slide 9 - Quiz

Fragment 4
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 10 - Question ouverte

Fragment 4
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
doel-middel
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
reden

Slide 11 - Quiz

Fragment 5
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 12 - Question ouverte

Fragment 5
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
oorzaak-gevolg
B
vergelijking
C
tegenstelling
D
reden

Slide 13 - Quiz

Fragment 6
Welke signaalwoorden hoor je?

Slide 14 - Question ouverte

Fragment 6
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
middel-doel
B
opsomming
C
reden
D
voorwaarde

Slide 15 - Quiz

Fragment 7
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 16 - Question ouverte

Fragment 7
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
middel-doel
B
reden
C
voorbeeld
D
voorwaarde

Slide 17 - Quiz

Fragment 8
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 18 - Question ouverte

Fragment 8
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
tegenstelling
B
reden
C
samenvattend
D
voorwaarde

Slide 19 - Quiz

Fragment 9
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 20 - Question ouverte

Fragment 9
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
tegenstelling
B
reden
C
samenvatting
D
voorwaarde

Slide 21 - Quiz

Fragment 10
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 22 - Question ouverte

Fragment 10
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
conclusie
B
reden
C
samenvatting
D
voorwaarde

Slide 23 - Quiz

Fragment 11
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 24 - Question ouverte

Fragment 11
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
middel-doel
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
voorwaarde

Slide 25 - Quiz

Fragment 12
Welk signaalwoord hoor je?

Slide 26 - Question ouverte

Fragment 12
Welk zinsverband hoort daarbij?
A
middel-doel
B
voorbeeld
C
samenvatting
D
voorwaarde conclusie

Slide 27 - Quiz

Schrijfopdracht: gebruik van signaalwoorden

Je gaat nu zelf een korte tekst schrijven met behulp van een aantal signaalwoorden. Houd je aan de gegeven structuur.

Slide 28 - Diapositive

Zoals u misschien al weet…..

1. Bovendien...

2. Daarnaast
 
3. Maar…
 
4. Bijvoorbeeld…
 
5. Kortom,…

Zoals u misschien al weet…..

1. Bovendien...

2. Daarnaast
 
3. Maar…
 
4. Bijvoorbeeld…
 
5. Kortom,…

Noteer ook het tekstverband

1.

2.

3.

4.

5.

Slide 29 - Diapositive

Zoals u misschien al weet…..
1. Bovendien...
2. Daarnaast
3. Maar…
4. Bijvoorbeeld…
5. Kortom,…

Slide 30 - Question ouverte