Theorie Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofstuk 2 16e/17e eeuw
Renaissance
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 46 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Renaissance
Slide 1 - Diapositive
Republiek der zeven verenigde Nederlanden (1586-1795)
- Gewest Holland maakte de dienst uit - Kwamen regelmatig bijeen om gezamenlijk te vergaderen (De Staten Generaal). - Machtigste man was de landsadvocaat / raadspensionaris van Holland (Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt).
Amsterdam
Centrum van de macht en welvaart
4
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Willem van Oranje
- Edelman, tegenstander van Filips II - Vluchtte na de Beeldenstorm - Streed vanuit Duitsland, voerde ook propaganda (Wilhelmus) - 'Vader des vaderlands' - Stadhouder (1572 - 1584)
Strijd met raadspensionaris
Stadhouders streefden naar een centraal geregeerde staat, raadspensionarissen verdedigden de gewestelijke autonomie.
7
Slide 4 - Diapositive
1584
Moord op Willem van Oranje door Balthasar Gerards.
8
Slide 5 - Diapositive
Gouden eeuw
Het noorden beleefde een gouden eeuw op het gebied van kunst, economie en wetenschappen.
Tachtigjarige oorlog (1568-1648) eindigde met de vrede van Münster.
9
Slide 6 - Diapositive
Historische achtergrond
Burgerij steeds machtiger en rijker, kerk verliest gezag:
Ontstaan de Absolute Monarchie:
In Nederland:
Tachtigjarige oorlog (1568-1648);
In 1587 Republiek der Verenigde Nederlanden;
bloeiperiode in de Noordelijke Nederlanden;
Economische neergang Zuidelijke Nederlanden.
Slide 7 - Diapositive
Kunst en cultuur: Renaissance
- wedergeboorte -
Nieuwe cultuurbeweging, ontstaan in 14e eeuw in Italië;
Men zet zich af tegen de middeleeuwse cultuur en laat de klassieke cultuur herleven;
Humanisten: onderzoekers van de klassieke cultuur.
Slide 8 - Diapositive
Erasmus (1466-1536)
Een van de bekendste humanisten. Hij
had een afkeer van kerkelijke rituelen;
gebruikte de klassieke literatuur als leidraad voor studie (Bijbel);
pleitte voor gematigdheid, gewetensvrijheid en tolerantie;
kritiseerde de misstanden in de katholieke kerk (sloot zich niet aan bij hervormers);
schreef Lof der zotheid (mensen laten zich leiden door domheid, dwaasheid en zelfbedrog).
Slide 9 - Diapositive
Kenmerkend voor Renaissance
Antropocentrisme: leven op aarde net zo belangrijk als het hiernamaals (t.o.v. Theocentrisme)
Individualisme: mens maakt niet langer deel van een groter geheel (stand, kerk, dorp), ieder mens is uniek.
Empirisme: zelf onderzoek doen op basis van zintuigelijke ervaringen, niet zomaar overnemen wat autoriteiten zeggen.
Slide 10 - Diapositive
1. Antropocentrisme
<> theocentrisme
Menselijke prestaties waren niet langer ingegeven door God, maar kwamen uit de persoon zelf voort.
2
Slide 11 - Diapositive
2. Individualisme
Ieder was een individuele persoonlijkheid die tot grootse dingen in staat was, niet dankzij de gemeenschap waarin hij leefde, maar door zijn eigen verstand en wilskracht
3
Slide 12 - Diapositive
Homo universalis
De ideale mens:
- is een uniek individu
- kan alles worden wat hij wil
- het geloof in eigen kunnen is grenzeloos.
Een universeel mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblonk.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
3. Empirisme
het zelf onderzoeken/willen uitvinden hoe de natuur en de wereld in elkaar zitten.
--> Bloei van de wetenschap
Slide 15 - Diapositive
Empirisme
Kennis opdoen door uit ervaringen te leren;
theorieën bewijzen d.m.v. experimenteren; zorgt voor wetenschappelijke opbloei:
In de natuurwetenschap;
In de geesteswetenschappen.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
theorie zwaartekracht
grondlegger mechanica
medeschepper dfferentiaalrekenen
Slide 18 - Diapositive
(Cartografie)
(Bronnenonderzoek)
Slide 19 - Diapositive
Geloof
Door individualisme en het empirisme bestudeerde men de Bijbel opnieuw.
Gevolg: Hervormingen met als doel het ware geloof in ere herstellen.
Hervorming/Reformatie/ Protestantisme
Let op: nog steeds veel analfabeten!
Slide 20 - Diapositive
Gevolgen van de reformatie
Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk
Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.
Vervolging van protestanten (ketters)
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Kenmerken renaissancekunst
Realisme: natuurgetrouw, zo echt mogelijk (perspectief/uitbeelden karakter, gevoelens, relatie)
Estheticisme (= schoonheidsleer): kunst moet mooi zijn (symmetrie in kunst)
Classicisme: weergeven taferelen klassieke oudheid en mythologie
Slide 23 - Diapositive
De geboorte van Venus (Botticelli)
Slide 24 - Diapositive
Niet realistisch: anatomie, perspectief en historische juistheid
Giotto di Bondone: de bezwering van christus
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Kenmerken literatuur
3 kenmerken:
- Classicisme
- Estheticisme
- Realisme
Slide 28 - Diapositive
Classicisme
Translatio (vertalen van klassieke teksten)
- beginnend schrijver
- vertaling van klassieke teksten
Imitatio
- gevorderd schrijver
- een eigen stuk volgens klassiek stramien
Aemulatio
- de ware meester
- toevoeging van christelijke elementen
Slide 29 - Diapositive
Epigram / puntdicht
Slide 30 - Diapositive
Estheticisme
- Kunst moest ook mooi zijn. Dat was in de
Middeleeuwen nog niet zo.
- ter lering ende vermaek
- Strenge regelgeving voor literatuur
- Taal moest verfijnd en elegant zijn
- De vorm van een literair werk was belangrijk
Slide 31 - Diapositive
Realisme
Zo getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid
Personages gedragen zich als echte mensen met menselijke karaktertrekken
Slide 32 - Diapositive
Taal
Hollandse dialect groeide uit tot de standaardtaal (±1700)