Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Grammatica (periode 1)

Bestudeerde stof: 

Zelfstandig naamwoord (znw)

Lidwoord (lw) 

Bijvoeglijk naamwoord (bn) 

Werkwoorden

Noteer zoveel mogelijk kenmerken van zelfstandig naamwoorden

Welke twee soorten hoofdwerkwoorden ken je?

Noteer de werkwoorden en geef aan zww, kww of hww.

1. Ondanks de ingehuurde hulp zullen wij het huis nooit op tijd schoon kunnen krijgen.

Noteer de werkwoorden en geef aan zww, kww of hww.

2. De Canadese zanger Justin Bieber was jarenlang tieneridool.

Noteer van onderstaande zin de lw, znw en bn.

1. De langste hangbrug voor voetgangers ter wereld opende gisteren in Tsjechië.

Noteer van onderstaande zin de lw, znw en bn.

2. Met een lengte van 721 meter heeft de nieuwe brug het record overgenomen van een Portugese.

Bedenk een zin met één zelfstandig werkwoord en drie hulpwerkwoorden.

Bepaal of het [woord] een zwn, bn of een ww is.

1. Kies jij de bruine kitten, dan kies ik die [rode].

1. zelfstandig naamwoord (znw)
2. werkwoord (ww)
3. bijvoeglijk naamwoord (bn)

Bijvoeglijk naamwoord: het geeft meer informatie over het weggelaten woord kitten.

Bepaal of het [woord] een zwn, bn of een ww is.

2. De [grootte] van de keuken interesseert mij niet.

1. zelfstandig naamwoord (znw)
2. werkwoord (ww)
3. bijvoeglijk naamwoord (bn)

Zelfstandig naamwoord: het duidt een abstracte zaak aan / je kunt er meervoud van maken

Bepaal of het [woord] een zwn, bn of een ww is.

3. [Lezen] is de nieuwe naam van het tijdschrift.

1. zelfstandig naamwoord (znw)
2. werkwoord (ww)
3. bijvoeglijk naamwoord (bn)

Zelfstandig naamwoord: het is een naam (van een tijdschrift). 

Schrijf een zin zonder lidwoorden.

Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃