10.1: het zintuigenstelsel + 10.2: tien zintuigen van de mens (deel 1)

Lesafspraken
- Bij binnenkomst maken we even contact met elkaar.
-Je pakt je spullen voor biologie --> (aantekeningen)schrift, boek, etui, chromebook.
-De eerste 5 minuten ben je voor jezelf in stilte in je boek aan het werk.
-Zodra ik dat aangeef start de les.
-Steek je vinger op als je het woord wilt 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesafspraken
- Bij binnenkomst maken we even contact met elkaar.
-Je pakt je spullen voor biologie --> (aantekeningen)schrift, boek, etui, chromebook.
-De eerste 5 minuten ben je voor jezelf in stilte in je boek aan het werk.
-Zodra ik dat aangeef start de les.
-Steek je vinger op als je het woord wilt 

Slide 1 - Diapositive

Hoe staan jullie ervoor?
Wie staat er een onvoldoende voor biologie?
Wie maken er gebruik van hulpmiddelen?


Slide 2 - Diapositive

Wat verwachten jullie van mij?

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 10: Zintuigen

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 10.1 + 10.2
-Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
-Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn. 

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 5 - Diapositive

Zintuigenstelsel
= Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.


Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving. (Voor iedere prikkel heb je een specifiek zintuig)


Slide 6 - Diapositive

 Van prikkel tot waarneming
  1. De signalen die je zintuigen opmerken, noem je prikkels
  2. Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
  3. Impulsen worden naar je grote hersenen gebracht om ze te verwerken. – Je wordt je bewust van de prikkels: je neemt waar.

Slide 7 - Diapositive

Impulsen
Er ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is. 

De zwakste prikkel die een impuls geeft, noem je de drempelwaarde.

Elk type zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel dit noem je adequate prikkel

Slide 8 - Diapositive

Niet-adequate prikkels
= een prikkel waar een zintuigcel niet op is ingesteld.  

Deze prikkel heeft een veel hogere prikkeldrempel dan een adequate prikkel.

Klap op je oog --> sterretjes zien

Slide 9 - Diapositive

Waarnemingen
Je kan je drempelwaarde voor een prikkel beïnvloeden:

Gewenning Wanneer een prikkel vaak wordt herhaald, reageer je er niet meer op. Zintuigcellen ontvangen langere tijd dezelfde prikkels --> minder impulsen. (kleding op je huid)
Motivatie Bepaalt of je reageert op een prikkel. Bij een hoge motivatie daalt de drempelwaarde. (aandachtig luisteren)
Hersenen Je hersenen verwerken niet alle prikkels even snel. (rood - blauw)

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Lezen: paragraaf 10.1
Maken: opdracht 1 t/m 3

Slide 11 - Diapositive

De 10 zintuigen van de mens
ZINTUIG
LIGGING
ADEQUATE PRIKKEL
Gezichtszintuig
in de ogen
licht
Gehoorzintuig
in de oren
geluid
Evenwichtszintuig
in de oren
zwaartekracht
Tastzintuig
in de lederhuid
lichte aanraking
Drukzintuig
in de lederhuid
druk
Koude zintuig
in de lederhuid
temperaturen lager dan 37°C
Warmte zintuig
in de lederhuid
temperaturen hoger dan 35°C
Pijn zintug
in de lederhuid
pijn
Reukzintuig
in de neus
geur
Smaakzintuig
in de tong
smaak

Slide 12 - Diapositive

Oog en oor


Oog en oor bespreken we in de volgende paragrafen
Deze lees je voor het maken van de opdrachten zelf door.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Zintuigen in de huid
tastzintuig:  je kunt lichte aanraking voelen
drukzintuig:  je voelt druk als er hard op de huid wordt geduwd
koude zintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat kouder is dan je huid
warmtezintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat warmer is dan je huid
pijnpunt (pijnzintuig): Losse uiteinden van zenuwen (zitten niet in knopjes)








Gevoelig voor verschillende prikkels (pijn, scherp eten), komen op veel plaatsen in je lichaam voor. Niet in je hersenen.
Brandwond

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Reukzintuig
-reukzintuig reageert op de prikkel: geur
-geur wordt opgevangen door de
reukharen in het neusslijmvlies
-reukharen zitten vast aan
zintuigcellen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Smaakzintuig
-Smaakpapillen (kleine bultjes)
-Aan de zijkant van smaakpapillen --> smaakknopjes
-5 verschillende smaakknopjes: zoet, zout, zuur, bitter en umami (hartig)
-Andere smaken --> reukzintuig

Slide 19 - Diapositive

de 10 zintuigen > 5 organen
Ogen: gezichtszintuig > licht > impulsen naar hersenen
Oren: gehoorzintuig > geluid > via gehoorzenuw naar hersenen
Oren: evenwichtszintuig > evenwichtsorgaan

Neus: reukzintuig > geur > door gevoelszenuwcellen naar de hersenen
Tong: smaakzintuig > smaken (zoet, zuur, zout, bitter en umami)

Slide 20 - Diapositive

de 10 zintuigen > 5 organen
De huid: verschillende zintuigen > voelen
1. Tastzintuig (lichte aanraking)
2. Drukzintuig 
3. Koude zintuig (kouder worden)
4. Warmte zintuig (warmer worden)
5. Pijnzintuig/ pijnpunten (vrij uiteinde van gevoelszenuwen; reageren op meerdere prikkels; liggen ook dieper)

Slide 21 - Diapositive

Aan het (huis)werk
Lezen: paragraaf 10.2
Maken: kennisopdrachten

Slide 22 - Diapositive