5- Grammatica: MEEWERKEND VOORWERP

Meewerkend voorwerp
  • Een MWV is vaak de 'ontvangende partij'. 

Julia en Kim gaven een cadeau aan moeder.  
  • Ik vroeg haar of ze nog op vakantie ging.
  • Sieger geeft de poes en de hond brokjes.
  • Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.
Aan wie gaven Kim en Julia een cadeautje ?
Aan wie vroeg ik ?
Aan wie geeft Sieger ?
Aan wie laat hij na ?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Meewerkend voorwerp
  • Een MWV is vaak de 'ontvangende partij'. 

Julia en Kim gaven een cadeau aan moeder.  
  • Ik vroeg haar of ze nog op vakantie ging.
  • Sieger geeft de poes en de hond brokjes.
  • Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.
Aan wie gaven Kim en Julia een cadeautje ?
Aan wie vroeg ik ?
Aan wie geeft Sieger ?
Aan wie laat hij na ?

Slide 1 - Diapositive



Het meewerkend voorwerp ...
A
ondergaat iets
B
is de ontvanger (aan wie/voor wie)

Slide 2 - Quiz


Welk zinsdeel is het meewerkend voorwerp?

- De boerin geeft de kippen iedere dag te eten. -
A
de boerin
B
iedere dag
C
de kippen
D
er is geen meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quiz

OEFENEN
  • Verdeel de volgende zinnen in zinsdelen (met streepjes) en benoem het deel:
  • De scheidsrechters gaf de verdediger gisteren een rode kaart.

  • stap 1: WWG: gaf
  • Stap 2: OND (wie gaf) ---------------------------------> de scheidsrechter
  • Stap 3: LV (wat gaf de scheidsrechter) -------------->  een rode kaart
  • Stap 4: MWV (aan wie gaf de scheidsrechter) ------>  de verdediger

  • Stap 5: Wat blijft over: gisteren = BIJWOORDELIJKE BEPALING:
  • Bijwoordelijke bepaling zijn alle woorden die overblijven. Krijg je niet op de toets, maar mag je natuurlijk wel proberen.

Slide 4 - Diapositive


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

1. Ik wacht in de winkel.

Slide 5 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

2. Het broedkastje hangt in de boom.

Slide 6 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV
3. De scheidsrechter gaf de verdediger gisteren een rode kaart.

Slide 7 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

4. Hier mag men roken.

Slide 8 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

5. We hebben gisteren uren in het stadion getraind.

Slide 9 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV
6. Vanochtend maakte ik voor mijn moeder in de keuken het ontbijt klaar.

Slide 10 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

7. Enthousiast vertelde hij mij gisteren een verhaal.

Slide 11 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

8. Een goede juwelier gooit de spullen weg.

Slide 12 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

9. Dat kasteel is ontzettend oud.

Slide 13 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

10. Haar neefje kan heel goed liegen.

Slide 14 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV
11. De leerlingen leren grammatica tijdens de Nederlands les op het ATC.

Slide 15 - Question ouverte


Benoem: WWZ, OND, LV, MWV
12. Tijdens de wedstrijd in Eindhoven pakt de voetballer de bal op.

Slide 16 - Question ouverte

Benoem: WWZ, OND, LV, MWV

13. Ali is ontzettend geschrokken.

Slide 17 - Question ouverte


Benoem: Benoem: WWZ, OND, LV, MWV
14. Wie tackelt de grote spits van het Nederlands elftal?

Slide 18 - Question ouverte


Benoem: gez, ond, lv, mwv

15. Daley Blind werd halverwege de wedstrijd gewisseld.

Slide 19 - Question ouverte


Benoem: gez, ond, lv, mwv

16. Van Persie scoort dit jaar regelmatig met het hoofd.

Slide 20 - Question ouverte


Benoem: gez, ond, lv, mwv

17. Mijn zusje hangt haar jas altijd op aan een stoel.

Slide 21 - Question ouverte


Benoem: gez, ond, lv, mwv

18. Jim komt iedere keer in de problemen.

Slide 22 - Question ouverte