Spaans U1 18 mei oefenen voor luistertoets

• Spaans
• WO
• Studiejaar 1

La clase de U1 de español

De luistertoets Spaans

De luistertoetszal volgende week voor iedereen zijn op 

dinsdag 25 mei.

om 8:30

in lokaal 0.28

Lesdoelen is:

oefenen met luisterfragmenten voor de luistertoets

Hoy en clase

La clase anterior

Fechas de exámenes

Practicar con ejercicios auditivos

Hablar en español

La evaluación

La preparación para la siguiente clase

Escribe en holandés sobre la clase anterior.

Fechas de exámenes

luistertoets Spaans: 25 mei

Gramática en vocabulairetoets: toetsweek 3

(stof alle gramática in teams en alle vocabulaire + vocabulaire werkwoorden in teams).

¿Tienes preguntas sobre los exámenes de español? Escribe en holandés.

Practicar con ejercicios auditivos

Je gaat zo dadelijk kijk- en luisterfragmenten horen waarbij je oefeningen moet maken.

Je mag elk luisterfragment twee keer horen.

Waar of niet waar? De zinnen zijn in volgorde van het luisterfragment.
1. Er wordt in het radioprogramma gevraagd waar de luisteraars vandaan komen.
2. Pedro is 13 jaar
3. Joaquín heeft een broer.
4. Marcos heeft het juiste antwoord gegeven op de radiovraag.

Waarover wordt er niks gezegd in dit luisterfragment?

1. Leeftijd
2. Namen
3. Huisdieren
4. Hobby's

Beantwoord deze vragen in het Nederlands:
1. Op welke sport gaat het meisje?
2. Hoe heet het meisje?
3. Hoe oud is het meisje?

Beschrijf de eerste boef die wordt gezocht in het Nederlands.

01:35

Pregunta 1

¿Qué mascota le gusta mucho a Mario?

Straks mag je antwoord geven.

01:42

¿Qué mascota le gusta mucho a Mario?

1. honden
2. katten
3. allebei
4. geen van beide

Hoe ging het oefenen voor de luistertoets?
Wat kun je zelf thuis doen om er beter in te worden?

Hablar en español

Je krijgt steeds een Spaanse vraag te zien.

Thuis en op school moet je steeds antwoorden in het Spaans hardop. 

In elke zin staat ook een werkwoord!

¿Dónde vives?

¿Cómo te llamas?

¿Tienes una mascota?

¿Cuántos años tienes?

¿Cuál es tu nacionalidad?

¿Cómo se llama tu escuela?

¿Cuáles son tus aficiones?

¿Cuál es tu número de teléfono?

¿Qué color de ojos tienes?

¿Qué color de pelo tienes?

¿Llevas gafas?

Hoe ging het beantwoorden van de Spaanse vragen?
Hoe kwam dat?
Heb je vragen over deze les?

La preparación para la siguiente clase

Leer alle grammatica en vocabulaire van teams (alle).

spa-ned, ned-spa