6.1 Waterproblemen in Nederland - rivieren

syllabus
uitleg
Maken
Lesson Ups met examenvragen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

syllabus
uitleg
Maken
Lesson Ups met examenvragen

Slide 1 - Diapositive

Waar komt al dat water dat in de rivieren stroomt vandaan?
Waterscheiding = rode omtrek
Grens van stroomgebied.
(Altijd hoger gelegen dan omgeving)

Stroomgebied =
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.

Slide 2 - Diapositive

Waterscheiding = rode omtrek
Grens van stroomgebied.
(Altijd hoger gelegen dan omgeving)

Stroomgebied =
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Stroomstelsel= blauwe lijnen
De hoofdrivier met zijrivieren
(Stroomt altijd van hoog naar laag, van de bergen naar de zee)

Slide 3 - Diapositive

Lengteprofiel van een standaard rivier.
................loop
Groot ............ (hoogteverschil)
Stroomsnelheid .............
............. in de diepte (inslijpen)
Middenloop
Minder groot verval
Stroomsnelheid wat langzamer
Vooral .................. van sedimenten
................loop
Laag verval
Stroomsnelheid ..........
.......................
boven
beneden
verval
hoog
laag
erosie
sedimentatie
transport

Slide 4 - Question de remorquage

Lengteprofiel van een standaard rivier.
Bovenloop
Groot verval (hoogteverschil)
Hoge stroomsnelheid
Erosie in de diepte (inslijpen)
Middenloop
Minder groot verval
Stroomsnelheid wat langzamer
Vooral transport van sedimenten
Benedenloop
Laag verval
Stroomsnelheid langzaam
Sedimentatie
bron =
start rivier
monding =
einde rivier

Slide 5 - Diapositive

Maas
Rijn
regenrivier
gemengde rivier
groter stroomgebied
kleiner stroomgebied
groter verval in bovenloop
lager verval in bovenloop
lager debiet
hoger debiet

Slide 6 - Question de remorquage

Maas
Verval in bovenloop kleiner
Rijn
Verval in bovenloop groter
Kleiner stroomgebied
groter stroomgebied
gemengde rivier
Piekafvoer in winter door meer neerslag i.c.m. weinig verdamping.

Piekafvoer in zomer door meer smelwater
regen rivier

Piekafvoer in winter door meer neerslag i.c.m. weinig verdamping.

Slide 7 - Diapositive

voor bedijking
na bedijking

Slide 8 - Diapositive

Binnendijks of buitendijks?

Slide 9 - Diapositive

kribben
uiter-
waarde
winter-
dijk
binnendijks-gebied
buitendijks-gebied

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Welke type bodemgebruik is
enorm afgenomen als je 1900
vergelijkt met 2012?

Slide 13 - Question ouverte

Welke type bodemgebruik is
opvallend toegenomen als je 1900
vergelijkt met 2012?

Slide 14 - Question ouverte

Beredeneer hoe de verandering in bodemgebruik
de kans op een hoge piekafvoer in de rivieren
heeft beïnvloedt (4p).

-benoem de verandering
- geef een oorzaak-gevolg redenatie
- geef aan of de kans op een hoge piekafvoer groter/kleiner wordt.

Slide 15 - Question ouverte

vertragingstijd=

Hoeveelheid tijd dat regenwater er over doet om in de rivier te komen.
Lange vertragingstijd zorgt voor een kleinere piekafvoer.

Bos en veengrond zorgen voor langere vertragingstijd.
Verstening zorgt voor een kortere vertragingstijd.

Slide 16 - Diapositive

invloed klimaatverandering
Mondiaal schaalniveau:
- opwarming door meer broeikasgassen
- smelten ijskappen zorgen voor stijging zeespiegel
Nationaal schaalniveau (NL)
- warmere zomers en winters
- onregelmatiger neerslagregiem
(langere droogtes en hogere neerslagintensiteit)

Slide 17 - Diapositive

gevolgen voor overstromingskans
Hogere zeespiegel -> 
rivierwater stroomt moeilijker naar zee ->
grotere kans overstroming rivier.

Zwaardere storm + intensievere neerslag ->
meer golven op zee + groetere piekafvoer rivier ->
grotere kans overstroming rivier + zee

Slide 18 - Diapositive

Waterkwaliteit ook een probleem
Gebieden onder zeeniveau worden ontwaterd.

Zout zeewater dringt via ondergrond en riviermondingen binnen.

Slide 19 - Diapositive

Problemen rondom water in NL
  • te veel (overstromingen rivier of zee)
  • te weinig (te lang droog)
  • te vies (verzilting of te veel stikstof door landbouw)

Worden aangepakt door integraal waterbeleid

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo