Les 14 Grammatica 5.7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Nederlands

Grammatica 5.7

Programma

• Lezen/Woorden
• Paragraaf 5.7
• Boekpromoties
• Evaluatie/vragen

Doelstelling

Na deze les:

• Kun je de volgende woordsoorten benoemen: zn, bn, lw, tw, pvw, bzv, ww

• lees wat je wilt (moet op papier)
• oordopjes zijn toegestaan 
• je mag tegen de muur leunen
• ipad plat
• In stilte lezen!

47. woord 

= 

betekenis

48. Woord

=

betekenis

Doel: 

doel

Hoe: 

Talent online

Hulp: 

Lesstof 

Klaar?

Docent

Wat:

Opdracht

Heb je haar op de stoep zien zitten?

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden

Gaat zij mij ook een uitnodiging sturen voor het feest?

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden

Wil je haar nog een nog een kopje thee inschenken?

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden

Over ongeveer een jaar verhuizen we naar Frankrijk.

Noteer hieronder alle voorzetsels uit de zin hierboven.

We hebben een mooi huis met een grote tuin gekocht.

Noteer alle zelfstandige naamwoorden uit de zin hieronder.

Vanaf het enorme terras heb je een prachtig uitzicht over de heuvels.

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.

Heb je haar op de stoep zien zitten?

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden

Gaat zij mij ook een uitnodiging sturen voor het feest?

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden

Mijn vader scheert zich dagelijks

mijn=

1. bezittelijk voornaamwoord
2. wederkerend voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. wederkerig voornaamwoord

Hij heeft ons dat nooit verteld!
ons =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonsvorm
4. lidwoord

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

mijn, uw, jouw, zijn

1. zelfstandige naamwoorden
2. persoonlijke voornaamwoorden
3. bezittelijke voornaamwoorden
4. voorzetsels

Het 6e lesuur zijn wij vrij.
Wat is 6e?

1. telwoord
2. lidwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Het is jouw boek.

jouw =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. persoonsvorm

Hij kwam als laatste over de finish.
laatste =

1. zn
2. tw
3. bn
4. ww

Hij zet de fiets tegen de schuur.
hij =

1. bzv
2. zn
3. bn
4. psv

Hij zet de fiets tegen de schuur.
tegen =

1. vz
2. tw
3. bn
4. ww

Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.

lw

zn

bn

vz

ww

De

eekhoorn

klom

in

de

hoge

boom.

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

De

rare

man

in

de

auto

lacht

Me vader haalt me straks op.
Welke 'me' klopt niet?

1. Eerste
2. Tweede

'Hij kon niet exact aangeven hoe laat hij gisteren thuis was.' Wat kun je in de plaats zetten van 'exact aangeven'?

1. ongeveer laten weten
2. precies melden
3. nauwkeurig laten weten
4. precies zeggen

Boekverslag

Vandaag inleveren:

• boekverslag in Teams

Huiswerk

Op je Ipad in Talent online:

• 5.7 Opdracht 1 en 14

Boekpromotie(s)