Persoonlijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

welke woordsoorten ken je nog?

Slide 2 - Carte mentale

Even herhalen
ZN
LW
WW
BN
VR.vnw
AANW.vnw
medipladina
lw ervoor zetten
tegenaan plassen
de het een
kun je doen
vervoegen
splitsbaar
zegt iets over zn
wie, wat , welk(e), wat voor (een)
wijst naar iets
die, dit, dat, deze, zulke zo'n, dergelijk(e)

Slide 3 - Question de remorquage

Deze rode auto is van mijn vader.

Tot welke woordsoort behoort 'deze'?
A
lw
B
bn
C
aanw.vnw
D
zn

Slide 4 - Quiz

Weet je het antwoord wel?

Tot welke woordsoort behoort 'weet'?
A
vr.vnw
B
ww
C
aanw.vnw
D
bn

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden:

Kun jij mij de pindakaas aangeven?

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden:

Julian dook gelijk in het water toen hij haar zag.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden:

Geef je hun ook wat geld om een drankje te kopen?

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden:

Hij is vandaag door zijn stoel gezakt.

Slide 10 - Question ouverte

Vragen?

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 12 - Diapositive