H5§1 Grammatica Zinsdelen Werkwoordelijk/Naamwoordelijk gezegde

(Naamwoordelijk) gezegde
Een zin heeft een werkwoordelijk gezegde  
(= alle werkwoorden in een zin)

                       OF!


Een zin heeft een naamwoordelijk gezegde
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

(Naamwoordelijk) gezegde
Een zin heeft een werkwoordelijk gezegde  
(= alle werkwoorden in een zin)

                       OF!


Een zin heeft een naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

- NWG: iets wat je bent-> koppelwerkwoord + deel wat iets zegt over het onderwerp 

-WWG: iets wat je doet -> alle werkwoorden in de zin

Slide 3 - Diapositive


Een koppelwerkwoord koppelt een eigenschap aan het werkwoord.

Zijn, worden, blijven, lijken en schijnen zijn de meest voorkomende koppelwerkwoorden (ouderwets = dunken en voorkomen).

Slide 4 - Diapositive

https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/zinsontleding/zinsdelen-benoemen/wat-is-het-naamwoordelijk-gezegde-nwg 

Slide 5 - Diapositive

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
Hij heeft gegeten.
B
Hij heeft een zusje gekregen.
C
Hij heeft corona.
D
Hij is een vrolijke Frans.

Slide 6 - Quiz

Wat noteer je bij het naamwoordelijk gezegde?
A
koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel
B
koppelwerkwoord
C
koppelwerkwoord + een kernmerk of eigenschap van het onderwerp
D
alle werkwoorden in de zin

Slide 7 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Later wordt Katrien slaapspecialist.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme deken en haar grote hoeveelheid knuffels.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is de PV?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.

Slide 11 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is het OW?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.

Slide 12 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
nee, naamwoordelijk!

Slide 13 - Quiz

In een samengestelde zinnen komen meerdere persoonsvormen voorkomen. Bijvoorbeeld: 'Hij ging naar de winkel en kocht wat fruit.'

Enkelvoudige zinnen bevatten één persoonsvorm en samengestelde zinnen bevatten meerdere persoonsvormen.

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag

Slide 15 - Diapositive

log in bij Noordhoff
Zoek het boek Nieuw Nederlands havo 3
Klink linksboven en zoek naar Cursus 5
Start opdrachten paragraaf 1 
(Grammatica, herhaling leerjaar 2 havo)

Laat even weten als je klaar bent

Ga iets voor jezelf doen in stilte

Slide 16 - Diapositive