1.3 Cellen van dieren en planten

1.4 Cellen van Dieren
en Planten
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.4 Cellen van Dieren
en Planten

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 5

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 6

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 7

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 8

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 9

Slide 8 - Diapositive

1.4 Cellen van Dieren
en Planten

Slide 9 - Diapositive

ToDo:
Leerdoelen van vandaag: 
1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Slide 10 - Diapositive

4 groepen
Alle organismen zijn verdeeld in 
groepen: 
• dieren
• planten
• schimmels
• bacteriën

Planten
Dieren
Schimmels
Bacteriën

Slide 11 - Diapositive

Deze 4 groepen worden ingedeeld vanwege hun celkenmerken: 
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels.

Slide 12 - Diapositive

Celkern

Regelt alles wat er in een cel gebeurt.
Er omheen ligt het kernmembraan
Bacteriën zijn de enige zonder celkern!

Slide 13 - Diapositive

Celwand

Is een laagje om de cel heen die zorgt voor stevigheid.

Dieren zijn de enige zonder celwand!

Slide 14 - Diapositive

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.

Planten zijn de enige met bladgroenkorrels. 

Slide 15 - Diapositive

De 4 rijken en hun cellen met de celkenmerken
planten
dieren
schimmels
bacteriën
celkern
celwand
bladgroenkorrels
celkern





celkern
celwand
celwand



1
2
extra
cytoplasma = celplasma = een stroperige (cel)vloeistof
2
extra
grote vacuole =  vochtblaasje
1
3
extra
celmembraan, Heel dun elastisch vliesje, bepaalde stoffen kunnen hier doorheen.
3
de grijze 'rand'

Slide 16 - Diapositive

Beslisboom

Slide 17 - Diapositive

Deze les gaat over de dierlijke en plantaardige cellen

Slide 18 - Diapositive

Dierlijke  cel 

Cytoplasma: water + opgeloste stoffen. Is het grootste gedeelte van de cel. 
Celmembraan: dun vliesje om de cel heen. 
Celkern: Regelt alles wat in de cel gebeurt
Kernmembraan: dun vliesje om de kern heen

Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Kernmembraan

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

De plantaardige cel
Net als de dierlijke cel heeft deze ook :
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Kernmembraan. 
Maar het heeft ook: 
Celwand
Vacuole
Korrels

Slide 21 - Diapositive

Celwand
Een plantencel heeft een stevig laagje om de cel. Dit is de celwand. De celwand zorgt voor stevigheid. Wordt gemaakt door het cytoplasma van de cel. Is eigenlijk de tussencelstof van de plant. Hoort dus niet bij de cel. Celwanden zitten niet overal strak tegen elkaar aan. Soms zijn er kleine holtes de intercellulaire ruimten. Deze zijn gevuld met water of lucht.
Celwand

Slide 22 - Diapositive

Vacuole
Een groot deel van een plantaardige cel bestaat uit vocht (water + opgeloste stoffen). Dat vocht zit in een blaasje: de vacuole. Jonge cellen hebben meerdere kleine vacuolen. Bij oudere cellen wordt dit één grote vacuole. Om de vacuole heen ligt het celplasma.

Cel wand
Celkern

Slide 23 - Diapositive

Korrels
In het cytoplasma van planten kunnen korrels zitten. Er zijn 3 verschillende type korrels:
  • bladgroenkorrels
  • kleurstofkorrels
  • zetmeelkorrels

Slide 24 - Diapositive

Bladgroenkorrels
In het celplasma liggen kleine groene korrels. Dit zijn bladgroenkorrels. Door de bladgroenkorrels hebben planten een groene kleur. Hierin vindt fotosynthese plaats waardoor glucose ontstaat. 
De plant gebruikt de glucose voor energie en als bouwstof om zichzelf te maken. 

Slide 25 - Diapositive

Kleurstofkorrels 
Geven de kleur aan de cellen van bloemen en vruchten die geel, oranje of rood zijn. 

Slide 26 - Diapositive

Zetmeelkorrels
Kleurloos. Je kan ze vinden bijvoorbeeld in aardappels. Hierin is zetmeel opgeslagen, dit is een reservestof bij planten. 

Slide 27 - Diapositive

Korrels kunnen van een type in een andere veranderen. Bijvoorbeeld: eerst is de tomaat groen (dus bladgroenkorrels) en als hij rijpt wordt het rood (kleurstofkorrrels) 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

TADAAA
Kan ik de kenmerken van chromosomen beschrijven?

Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 30 - Sondage

Aan het werk!
Wat? 1.3 Cellen van dieren en planten
Opdracht 1 t/m 9

Waar? In BvJ online

Klaar? Ga verder met je samenvatting


timer
1:00

Slide 31 - Diapositive

Oefenvragen

Slide 32 - Diapositive

Wat hebben plantaardige cellen wel dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern en celwand
B
celwand en cytoplasma
C
bladgroenkorrels en celwand
D
Bladgroenkorrels en cytoplasma

Slide 33 - Quiz

Vacuole
Celwand
Celkern
Cytoplasma

Slide 34 - Question de remorquage

Dit zijn cellen uit een stengel, kunnen deze cellen suiker (glucose) maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Dit zijn cellen van een .....
timer
0:20
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel

Slide 36 - Quiz

Wel een celkern
Geen celkern
Wel een celwand
geen celwand

Slide 37 - Question de remorquage

Organisme
Geen Celwand  
Wel Celkern
Geen Bladgroenkorrels
Wel Celwand  
Geen Celkern
Geen Bladgroenkorrels
Wel Celwand  
Wel Celkern
Wel Bladgroenkorrels
Wel Celwand  
Wel Celkern
Geen Bladgroenkorrels

Slide 38 - Question de remorquage

Celkern
Cytoplasma
Celwand

Slide 39 - Question de remorquage

Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen

Slide 40 - Quiz

Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz