Herhalingsles voeding en vertering

Herhalingsles voeding en vertering 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles voeding en vertering 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
10:00
Welkom
Vul de namen van de verteringsorganen in op het blaadje. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
- je weet wat voedingsmiddelen en voedingsstoffen zijn. 
- je kent de functie van enzymen. 
- je kent de onderdelen van het verteringsstelsel.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les opbouw
Herhaling met onderbreking 
Bingo 
Afsluiting

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 1, Enzymen 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
Een enzym:
  1. bindt aan de voedingsstof
  2. knipt de voedingsstof in stukken
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekenen deze begrippen?
Denk eerst even na ik wijs mensen aan!

1. Zuurgraad 
2. Voedselbederf
3. Conserveren 
4. Conserveermiddelen 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 2, voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstoffen hebben we nodig?
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 2, voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwstoffen
Stoffen die je lichaam gebruikt om te groeien 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandstoffen 
Stoffen die je lichaam gebruikt voor energie doormiddel van verbranding 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reservestoffen 
Stoffen die je lichaam kan opslaan 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermende stoffen 
Helpen ziekten te voorkomen 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 3, voeding en leefstijl

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adviezen voor een gezonde leefstijl 
1. Eet gezond
2. Blijf op een gezond gewicht
3. Beweeg regelmatig
4. Rook en vape niet
5. Ontspan voldoende 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 
Noteer de nummers, en het orgaan

Alleen en In stilte!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte
Energieverbruik


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overvoeding
          Overgewicht

Ondervoeding
          Ondergewicht (vermagering) 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 4 en 5, Het verteringsstelsel en de organen voor de vertering 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 11 basisstof 6, Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

True or False
Ik geef een stelling. Als de stelling waar is, gaan jullie naar de plek die hoort bij 'waar'. Is de stelling niet waar, dan gaan jullie naar de plek die hoort bij 'niet waar'.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

True or False
Ik geef een stelling. Als de stelling waar is, gaan jullie naar de plek die hoort bij 'waar'. Is de stelling niet waar, dan gaan jullie naar de plek die hoort bij 'niet waar'.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verteringsstelsel mens
  • Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel

  • Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden door de darmwand.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er vragen?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voedsel is moeilijker te verteren?
A
Plantaardig voedsel
B
Vlees

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is conserveren?
A
Omstandigheden ongunstig maken voor schimmels en bacteriën
B
Het verminderen van schimmels en bacteriën
C
Voedsel zo snel mogelijk verteren
D
Omstandigheden verbeteren voor schimmels en bacteriën

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de slokdarm?
A
a
B
b
C
c

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voedingsstoffen?
A
De bruikbare stoffen in onze voeding
B
Vitaminen en mineralen
C
Alles wat je eet of drinkt
D
Koolhidraten, vetten en eiwitten

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande voedingsstoffen leveren allemaal energie?
A
Alcohol, koolhydraten en vitamines
B
Koolhydraten, vetten en eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten en mineralen
D
Mineralen, vetten en water

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Wat is waar over het strotteklepje?
Het voorkomt dat:
A
Het voorkomt dat er er voedsel in de luchtpijp komt
B
Het voorkomt dat er er teveel lucht in de keel terecht komt
C
Het heeft geen effect op het verslikken
D
er valse lucht wordt aangezogen

Slide 36 - Quiz

De functie van het strottenklepje is het afsluiten van het strottenhoofd. Hierdoor komt er geen eten en drinken in de onderste luchtwegen.
Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van het verteringsstelsel?
A
Aansturen van organen en spieren
B
Klein maken en opnemen van voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
vervoeren van bloed

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen beschermende stoffen?
A
Helpen ziekten te voorkomen.
B
Leveren energie voor de activiteit.

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een planteneter heeft een
A
Kort verteringsstelsel
B
Middellang verteringsstelsel
C
Lang verteringsstelsel

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de dikke darm?
A
Voedingsstoffen opnemen
B
Afvalstoffen toevoegen
C
Water opnemen
D
Verteringssappen toevoegen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Gal wordt gemaakt in:
Gal wordt opgeslagen in:
A
Galblaas - Lever
B
Galblaas - Galblaas
C
Lever - Lever
D
Lever - Galblaas

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je een darmvlok. In welk gedeelte van het verteringsstelsel bevinden zich darmvlokken?
A
in de slokdarm
B
in de maag
C
in de dunne darm
D
in de dikke darm

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Organische stoffen
D
Anorganische stoffen

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions