maak een vraag
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sleep de woorden naar de juiste plaats
nu
tekenles
zij
Hebben
?
Slide 2 - Question de remorquage
Slaapt
?
in de
jouw broer
zetel
Slide 3 - Question de remorquage
Maak een vraag
De zon schijnt.
De zon schijnt.
Slide 4 - Question ouverte
Regent het?
A
deze vraag is juist
B
deze vraag is fout
Slide 5 - Quiz
Maak een vraag.
Mijn vader helpt in de tuin.
Mijn vader helpt in de tuin.
Slide 6 - Question ouverte
Helpt jij in de tuin?
A
deze zin is juist
B
deze zin is niet juist
Slide 7 - Quiz
Komt jij met de fiets naar school?
A
deze zin is juist
B
deze zin is niet juist
Slide 8 - Quiz
Maak een vraag.
Hij draagt een bril
Hij draagt een bril
Slide 9 - Question ouverte
Kom jij met de auto naar het park
Wat ben ik vergeten in deze vraagzin?
Wat ben ik vergeten in deze vraagzin?
Slide 10 - Question ouverte
Ben je klaar? Dit is een goede zin
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Het antwoord van mijn vriend is : "Ja, ik ben in de klas." Wat was de vraag?
