1.08 Hoofdgedachte programma

NEDERLANDS
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

NEDERLANDS

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Terugblik vorige les 
  • Theorie les 7 (hoofdgedachte van een programma)
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik vorige les 2 grammatica
  • Bespreken werkblad: lijdend voorw. + meewerkend voorw.
  • Theorie: kern 9 (verstaanbaar spreken) en kern 10: (informatief artikel)

Slide 2 - Diapositive

Vorige les 
Kijkdoelen



Welke waren dat ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

Kijkdoelen
Zelfde doelen als bij lezen

  • Informatie geven
  • Amuseren
  • Instructie of uitleg geven
  • Overtuigen

Slide 4 - Diapositive

Kijkdoelen

  • Overhalen
  • Gevoelens oproepen of laten zien
  • Een mening of verschillende meningen geven

Slide 5 - Diapositive

Les 7
Hoofdgedachte van een programma



Wat is een hoofdgedachte ook alweer?
Wat is het verschil met onderwerp?


Slide 6 - Diapositive

Onderwerp
  • Waar gaat het over?
  • Eén woord of een paar woorden

Slide 7 - Diapositive

Hoofdgedachte

  • ‘Wat zegt de maker over het onderwerp?’
  • Altijd een hele zin!

Maak onderscheid tussen:
  • Hoofdzaken: alle belangrijke zaken
  • Bijzaken: andere, extra informatie (voorbeelden en details)

Slide 8 - Diapositive

Onderwerp, hoofdgedachte en hoofdzaken vinden:

 
  • Kijk en luister goed naar het begin
  • Bekijk het programma goed
  • Let op het slot

Slide 9 - Diapositive

Oefenen
Bekijk het filmpje


  • Wat is het kijkdoel?
  • Wat is het onderwerp?
  • Wat is de hoofdgedachte?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Oefenen


  • Wat was het kijkdoel?
  • Wat was het onderwerp?
  • Wat was de hoofdgedachte?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Oefenen


  • Wat was het kijkdoel?
  • Wat was het onderwerp?
  • Wat was de hoofdgedachte?

Slide 14 - Diapositive

Tot slot


Om een filmpje of programma te kunnen begrijpen, moet je het onderwerp en de hoofdgedachte weten.

Slide 15 - Diapositive

Bedankt!
Vragen?





Slide 16 - Diapositive

Verstaanbaarheid
Weet jij waar jij op moet letten om verstaanbaar over te komen?

(Theorie: kern 9)

Slide 17 - Diapositive

Verstaanbaarheid
Weet jij waar jij op moet letten om verstaanbaar over te komen?

Je let op: articulatie, klemtoon, toon en corrigeren.

Slide 18 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met articulatie?

Slide 19 - Question ouverte

Klemtoon
Van veel woorden moet je weten en onthouden waar de klemtoon ligt. Dit kan invloed op de betekenis hebben.

Slide 20 - Diapositive

Toon
Bij een vraag loopt de toon aan het eind van de zin omhoog.
In een gewone zin loopt de toon aan het eind van de zin af.

Slide 21 - Diapositive

Corrigeren
Als jij je verspreekt corrigeer of verbeter jij jezelf.
Zeg het nog eens, of zeg bijvoorbeeld: Sorry, ik bedoel .....

Slide 22 - Diapositive

Bespreken Grammatica les 2
Werkblad grammatica: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

Slide 23 - Diapositive