Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
De Brug 3: Klimaatverandering en duurzaamheid
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Herhaling §1.2
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
In oranje staan de klimaatfactoren.
Sleep de omschrijvingen naar de juiste klimaatfactor:
Hierna: 3 quizvragen
timer
1:00
Invloed van de zee.
Gesteldheid van het aardoppervlak.
Breedteligging
Windrichting
Hoogteligging
In Amsterdam is heel veel asfalt en beton. Daarom is het oppervlakte hier warmer dan op het platteland.
In de zomer is het in Nederland langs de kust vaak koeler dan in het binnenland.
Marokko ligt dichter bij de evenaar dan Nederland. Daardoor is de temperatuur er hoger.
Een zuidenwind betekent in Nederland vaak dat er warme lucht wordt aangevoerd.
Op een berg is het kouder dan in een dal.
Slide 3 - Question de remorquage
Welke invloed heeft de zee in Nederland?
Slide 4 - Question ouverte
De afstand van een plaats tot de evenaar heeft invloed op de temperatuur. Waar horen de volgende woorden?
Breedtegraad?
Temperatuur
Breedtegraad?
Breedtegraad?
Temperatuur
Temperatuur
Hoge breedte
Lage breedte
Gematigde breedte
Koud
Zomer's niet heel warm, 's winters niet zo koud
Het hele jaar warm, boven de 18 graden Celsius
Slide 5 - Question de remorquage
Leerdoelen
Je kent de begrippen natuurlijk broeikaseffect en versterkt broeikaseffect.
Je begrijpt wat de ecologische voetafdruk te maken heeft met het versterkt broeikaseffect.
Je kunt op basis van bronnen ecologische voetafdruk van landen vaststellen.
Slide 6 - Diapositive
Natuurlijk broeikaseffect
"De dampkring houdt warmte vast die de aarde uitstraalt, dit komt door broeikasgassen (methaan, CO2, waterdamp) die bijdragen aan het opwarmen van de aarde."
Slide 7 - Diapositive
Wat doen broeikasgassen?
A
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt weerkaatst.
B
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt vastgehouden.
C
Broeikasgassen doen eigenlijk niets.
D
Ze zijn goed voor het milieu.
Slide 8 - Quiz
Methaan (CH4)
Waterdamp (H2O)
Broeikasgassen
Koolstofdioxide (CO2)
Slide 9 - Diapositive
Versterkt broeikaseffect
"Er komen te veel broeikasgassen in de atmosfeer, door toedoen van de mens, waardoor de temperatuur op aarde stijgt."
Slide 10 - Diapositive
Broeikaseffect
Wat veroorzaakt vooral het versterkt broeikaseffect?
Gebruik van fossiele brandstoffen.
Methaan uit moerassen en uit poep van dieren.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
waterstof door verdamping
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en venen
Slide 13 - Question de remorquage
Ecologische voetafdruk
"Een maat die aangeeft hoeveel ruimte een persoon nodig heeft voor zijn manier van leven."
Oplossing
Duurzaam consumeren: bedrijven en consumenten moeten zuiniger omgaan met grondstoffen, zoals aardolie, aardgas, water en voedsel.