Gekleurde taal
1 / 22
La durée de la leçon est: 150 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Opdracht 1
Schrijf in je antwoord eerst het dialect op en dan in steekwoorden je associaties bij het luisteren ernaar
Schrijf in je antwoord eerst het dialect op en dan in steekwoorden je associaties bij het luisteren ernaar
Slide 3 - Question ouverte
Opdracht 2
Schrijf in je antwoord eerst fragment 1 op en dan je notities. Doe hetzelfde bij fragment 2
Schrijf in je antwoord eerst fragment 1 op en dan je notities. Doe hetzelfde bij fragment 2
Slide 4 - Question ouverte
Opdracht 3
Welk beeld krijgt iemand van jou Op basis van je taalgebruik?
Welk beeld krijgt iemand van jou Op basis van je taalgebruik?
Slide 5 - Question ouverte
Opdracht 4
De geluidsfragmenten uit opdracht 1 zijn allemaal ingesproken door docenten op de middelbare school. Nu je dat weet, kijk je nogmaals kritisch naar je aantekeningen bij opdracht 1 en 2. Over welke uitdrukking van jezelf, van de onderzoekers of anderen die je hebt gehoord of gezien, ben je het meest verbaasd? Noteer of onderstreep deze. Overleg ook met medeleerlingen, zie je bij hen nog verbazingwekkende opmerkingen?
De geluidsfragmenten uit opdracht 1 zijn allemaal ingesproken door docenten op de middelbare school. Nu je dat weet, kijk je nogmaals kritisch naar je aantekeningen bij opdracht 1 en 2. Over welke uitdrukking van jezelf, van de onderzoekers of anderen die je hebt gehoord of gezien, ben je het meest verbaasd? Noteer of onderstreep deze. Overleg ook met medeleerlingen, zie je bij hen nog verbazingwekkende opmerkingen?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Opdracht 1
Slide 8 - Question ouverte
Opdracht 2
Slide 9 - Question ouverte
Opdracht 3
Zoek, via het internet, op waar De belofte van Pisa over gaat en formuleer voor jezelf een kern van ongeveer 70 woorden.
Zoek, via het internet, op waar De belofte van Pisa over gaat en formuleer voor jezelf een kern van ongeveer 70 woorden.
Slide 10 - Question ouverte
Opdracht 4
Geef twee citaten of gebeurtenissen waaruit blijkt of Sam zich al dan niet volledig kan aanpassen
Geef twee citaten of gebeurtenissen waaruit blijkt of Sam zich al dan niet volledig kan aanpassen
Slide 11 - Question ouverte
Opdracht 5
a. Welke beeld creëert Sams taal hier? Geef een citaat of element waaruit dat blijkt.
b. Vindt Sam hier volledige aansluiting bij de taal van een bepaalde groep? Geef één voorbeeld ter illustratie.
a. Welke beeld creëert Sams taal hier? Geef een citaat of element waaruit dat blijkt.
b. Vindt Sam hier volledige aansluiting bij de taal van een bepaalde groep? Geef één voorbeeld ter illustratie.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Opdracht 1
Beschrijf in maximaal 150 woorden wie in deze periode naar Amsterdam kwamen en welke redenen ze daarvoor gehad kunnen hebben.
Beschrijf in maximaal 150 woorden wie in deze periode naar Amsterdam kwamen en welke redenen ze daarvoor gehad kunnen hebben.
Slide 14 - Question ouverte
Opdracht 2
In de vorige stap heb je kennisgemaakt met onder andere dialecten, sociolecten en etnolecten. Welke begrippen zijn volgens jou van toepassing op Jerolimo’s taal?
In de vorige stap heb je kennisgemaakt met onder andere dialecten, sociolecten en etnolecten. Welke begrippen zijn volgens jou van toepassing op Jerolimo’s taal?
Slide 15 - Question ouverte
Opdracht 3
Hoe past Jerolimo zijn woorden aan aan het doel dat hij probeert te bereiken?
Hoe past Jerolimo zijn woorden aan aan het doel dat hij probeert te bereiken?
Slide 16 - Question ouverte
Opdracht 4
In hoeverre is de taalvariatie van invloed op de manier waarop het publiek een personage sympathiek vindt of niet? Beschrijf vervolgens Bredero’s gebruik van taalvariatie en het mogelijke effect op het 17de-eeuwse publiek.
In hoeverre is de taalvariatie van invloed op de manier waarop het publiek een personage sympathiek vindt of niet? Beschrijf vervolgens Bredero’s gebruik van taalvariatie en het mogelijke effect op het 17de-eeuwse publiek.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Kies opdracht duo B en beantwoord vraag 1
Slide 19 - Question ouverte
vraag 2
Citeer de woordkeuzes van Rowanda en trek conclusies
Citeer de woordkeuzes van Rowanda en trek conclusies
Slide 20 - Question ouverte
Vraag 3
Zie je voorbeelden van stereotypen en taalvariatie terug in deze trailer?
Zie je voorbeelden van stereotypen en taalvariatie terug in deze trailer?
Slide 21 - Question ouverte
Conclusievraag
Schrijf op hoe een schrijver door middel van het taalgebruik van een personage een bepaalde denotatie en een bepaalde connotatie over het personage geven.
Schrijf op hoe een schrijver door middel van het taalgebruik van een personage een bepaalde denotatie en een bepaalde connotatie over het personage geven.
