Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
4.4 De opkomst van het christendom
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
hoe het christendom ontstond.
hoe joden in het Romeinse rijk terechtkwamen.
hoe het christendom werd verspreid, verboden en later de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Slide 2 - Diapositive
Een samenleving waar de meeste mensen van de landbouw leven en een gedeelte leeft in de steden en leeft van de handel en nijverheid. Dit is een...........samenleving
Slide 3 - Question ouverte
Een persoon die het bezit is van anderen is een.......
Slide 4 - Question ouverte
Iemand die tegen anderen moet vechten in een arena noem je een.....
Slide 5 - Question ouverte
Zie afbeelding. Noem een element wat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen.
Slide 6 - Question ouverte
De Romeinen hadden meer culturen in hun rijk. Een samenleving met meer culturen is een.........samenleving
Slide 7 - Question ouverte
Waarom moesten de inwoners van het Romeinse rijk de staatsgoden vereren?
Slide 8 - Question ouverte
In Judea
Romeinen vanaf 63 voor Christus de baas in Judea (Israël).
Joden geloofden in één God.
30 na Chr. Jezus een Joodse prediker vertelde van over het geloof.
Hij noemde zich de Verlosser (Messias).
Romeinen zagen Jezus als opstandeling en kruisigden hem.
Volgens leerlingen Jezus na 3 dagen opgestaan uit de dood
Slide 9 - Diapositive
Aanhangers van Jezus
Aanhangers geloofden dat Jezus na drie dagen was opgestaan uit de dood.
Jezus was gestorven voor de zonden (slechte dingen) van mensen.
Jezus zoon van God.
Ook niet joden gingen in Jezus geloven
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Het leven van Jezus in 'christelijke dagen'
Goede Vrijdag
Pasen
Hemelvaart
Kerst
Slide 12 - Question de remorquage
Overeenkomst jodendom en christendom:
Geloven allebei in één God
Slide 13 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden in Judea moesten hoge belastingen betalen aan de Romeinen.
Gevolg: ze kwamen in opstand.
De Romeinen sloegen de opstand bloedig neer.
Slide 14 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden werden vermoord, weggejaagd, of als slaaf weggevoerd.
Weggejaagde joden werden verspreid over het gehele Romeinse rijk.
Ze bouwden overal synagogen
Slide 15 - Diapositive
Christenen in het rijk
Predikers verspreiden het christendom in het Romeinse rijk.
Christendom werd populair.
Probleem: christenen weigerden staatsgoden te vereren.
Christenen kregen de schuld dat het slecht ging met het Romeinse rijk (geen bescherming meer van staatsgoden)
Christendom werd verboden. Christenen vervolgd en gedood.
Slide 16 - Diapositive
Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome
brandde af. Al gauw werd verteld dat keizer Nero
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen
als straatverlichting.’
Slide 17 - Diapositive
0
Slide 18 - Vidéo
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Keizer Constantijn
Constantijn gaf in 313 de christen godsdienstvrijheid
Christenen mochten kerkdiensten houden en openlijk met godsdienst bezig zijn.
Christenen kregen voorrechten (meer rechten dan anderen)
Gevolg --> Groei aantal christenen.
380 Christendom Romeinse staatsgodsdienst (andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom)
Slide 22 - Diapositive
Overeenkomst jodendom en christendom
A
Beiden geloven in één God
B
Beiden geloven in Jezus
C
Beiden lezen de Bijbel
Slide 23 - Quiz
Welk antwoord staat in de goede tijdsvolgorde?
A
Christus geboren, Joden komen in opstand, christendom staatsgodsdienst
B
Joden komen in opstand, Christus geboren, christendom staatsgodsdienst
C
christendom staatsgodsdienst, joden komen in opstand, Christus geboren