Par. 13.1 Eten

Leerdoelen 13.1 Les 1
  • Je kunt aan het gebit en de darmen van zoogdieren zien wat ze eten.
  • Je kunt uitleggen waardoor plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan dierlijk voedsel.
  • Je kunt uitleggen waar dieren de energie uit hun voedsel voor gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe planten aan voedsel komen.
  • Je kunt uitleggen hoe organismen voorkomen dat ze opgegeten worden. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 13.1 Les 1
  • Je kunt aan het gebit en de darmen van zoogdieren zien wat ze eten.
  • Je kunt uitleggen waardoor plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan dierlijk voedsel.
  • Je kunt uitleggen waar dieren de energie uit hun voedsel voor gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe planten aan voedsel komen.
  • Je kunt uitleggen hoe organismen voorkomen dat ze opgegeten worden. 

Slide 1 - Diapositive

Gebitten
planteneter (herbivoor): plooikiezen

vleeseter (carnivoor): knipkiezen

alleseter (omnivoor): knobbelkiezen

Slide 2 - Diapositive

Kauwen
- Planten hebben taaie celwanden.
Herbivoren malen het voedsel
- Dierlijke cellen hebben geen celwand. De knipkiezen van carnivoren werken als schaar. 
- Omnivoren kunnen hun eten malen met de kiezen en knippen met de snij- en hoektanden

Slide 3 - Diapositive

Het verteringsstelsel
- Herbivoren hebben het langste verteringsstelsel om te herkauwen.
(20x eigen lichaamslengte)

- Carnivoren hebben het kortste verteringsstelsel. 
(4x eigen lichaamslengte)

- Omnivoren hebben een verteringsstelsel dat er tussenin zit. (5x eigen lichaamslengte)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Energiebalans
Dier verliest energie door:
1. Beweging
2. Lichaam op temperatuur houden
3. Produceren van nieuwe cellen
4. Uitwerpselen

Herbivoren verliezen veel energie via uitwerpselen. 
Zoogdieren en vogels verliezen veel energie door warm te moeten blijven.

Slide 6 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 13.1
Maken: opdracht 3 t/m 15

Klaar? Verder lezen 13.1 en maken t/m 23
Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 7 - Diapositive

Je kunt uitleggen waardoor plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan dierlijk voedsel.
Leg met behulp van het plaatje uit
waardoor plantaardig voedsel moeilijker
te verteren is dan dierlijk voedsel. 

Begin je antwoord met: in de afbeelding kun je
zien dat...

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen 13.1 Les 2
  • Je kunt aan het gebit en de darmen van zoogdieren zien wat ze eten.
  • Je kunt uitleggen waardoor plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan dierlijk voedsel.
  • Je kunt uitleggen waar dieren de energie uit hun voedsel voor gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe planten aan voedsel komen.
  • Je kunt uitleggen hoe organismen voorkomen dat ze opgegeten worden. 

Slide 9 - Diapositive

Fotosynthese
- water en mineralen worden opgenomen via de wortelharen
- CO2 via de huidmondjes in de bladeren

Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels in de cellen. 

Slide 10 - Diapositive

Glucose
Van glucose icm andere voedingsstoffen maakt de plant: 

1. zetmeel = reservevoedsel, wordt opgeslagen in de wortels, knollen, bollen en zaden 
2. vetten = reservevoedsel, wordt opgeslagen in zaden
3. eiwitten = bouwstoffen
4. vitaminen = beschermende stoffen

Slide 11 - Diapositive

Overleven
Manieren waarop prooidieren proberen te overleven:
1. Grote oren en ogen aan de zijkant van de kop en kunnen goed vluchten
2. Camouflage
3. Mimicry

Sommige planten hebben doorns, stekels, brandharen of maken bittere of giftige stoffen

Slide 12 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 13.1
Maken: opdracht 2 t/m 23

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 13 - Diapositive

Welke vorm van bescherming is dit?
Mimicry:
Dit is de melkslang die heel veel lijkt op de koraalslang. De koraalslang is wel giftig. 
Camouflage:
Dit is de oehoe. Komt voor in Noord- en Noordoost-Europa (Noorwegen, Finland, Rusland); gebieden met uitgestrekte oerbossen. 
Mimicry:
Dit is de uilvlinder die zich voordoet als een uil. De vlinder kan een spanwijdte hebben van wel 20cm!

Slide 14 - Diapositive