Formules en variabelen

Formules en variabelen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Formules en variabelen

Slide 1 - Diapositive

Evenwijdige lijnen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van evenwijdige lijnen
a) Van de vorm y = ax + b


b) Van de vorm ax + by = c

Slide 3 - Diapositive

Gegeven is 5x + 4y = 8
a: Verschuif de grafiek 3 plaatsen naar boven

b (zelf): Verschuif de grafiek 3 plaatsen naar beneden

c: Verschuif de grafiek 3 plaatsen naar rechts

d(zelf): Verschuif de grafiek 3 plaatsen naar links

Slide 4 - Diapositive

Ongelijkheden

Slide 5 - Diapositive

Teken het halfvlak dat hoort bij:

2x - 3y < 6

Slide 6 - Diapositive

Beuken en eiken
In een plantsoen wil men beuken en eiken planten. Er is plaats voor maximaal 40 bomen. Men wil minimaal 10 en maximaal 25 eiken planten en minstens evenveel eiken als beuken. Noem het aantal beuken B en het aantal eiken E. 

Stel de ongelijkheden op die hierbij horen en teken het ingesloten gebied. 

Slide 7 - Diapositive

In een plantsoen wil men beuken en eiken planten. Er is plaats voor maximaal 40 bomen. Men wil minimaal 10 en maximaal 25 eiken planten en minstens evenveel eiken als beuken. Noem het aantal beuken B en het aantal eiken E. 

Slide 8 - Diapositive

Formules herleiden en variabelen vrijmaken

Slide 9 - Diapositive

Formules combineren

Slide 10 - Diapositive

Influencer
Als influencer is het nuttig om gebruik te maken van meerdere social media kanalen. In dit voorbeeld bekijken we Instagram en TikTok. 

Het bereik van een influencer wordt uitgedrukt als                                                waarbij i het aantal volgers is op Instagram in duizendtallen en t het aantal volgers op TikTok in duizendtallen. Voor het aantal volgers geldt ook de formule                            . 

Combineer deze formules om het bereik van een influencer uit te drukken in alleen het aantal volgers op Instagram. 
B=3i2+4it6t
3i2t=6

Slide 11 - Diapositive

Omgekeerd evenredig

Slide 12 - Diapositive

Recht evenredig

Slide 13 - Carte mentale

Recht evenredig:
y = ax
Als x 2 keer zo groot wordt, wordt y ook 2 keer zo groot
De grafiek gaat door de oorsprong

Slide 14 - Diapositive

Omgekeerd evenredig
y = a/x

Als x 2 keer zo groot wordt, wordt y juist 2 keer zo klein

Bijvoorbeeld: als je 2 keer zo snel fietst, heb je de helft van de tijd nodig om op school te komen

Slide 15 - Diapositive

Het aantal pakken melk dat je koopt en de prijs van het totaal.
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig

Slide 16 - Quiz

Het aantal even grote volkstuintjes in een complex van 1 hc en de grootte van zo'n tuintje.
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig

Slide 17 - Quiz

Het aantal mensen waarmee je een pizza deelt en de hoeveel pizza per persoon.
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig

Slide 18 - Quiz

Het aantal producten dat een machine aflevert en de tijd dat de machine draait.
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig

Slide 19 - Quiz

Het aantal auto's op een veerboot en de beschikbare plaats per auto.
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig

Slide 20 - Quiz

Hoeveel AirPods Apple verkoopt, is omgekeerd evenredig met de prijs. Bij een prijs van €40,50 is de maandverkoop 6480. Stel een formule op van de maandelijkse verkoop V bij een prijs van p euro.

Slide 21 - Diapositive

Uitwerking
V = a / p

6480 = a / 40,50
a = 6480 * 40,50 = 262440

V = 262440 / p

Slide 22 - Diapositive

Verbanden in de vorm y = a/x + b

Slide 23 - Diapositive

Voorkennis
1. Hoe heet dit verband ook alweer: 

2. Wat is een grenswaarde ook alweer?

3. Wat is de grenswaarde van 

4. Wat is de grenswaarde van 
y=xa
y=x3
y=x3+5

Slide 24 - Diapositive

Redeneren met formules

Slide 25 - Diapositive




Beredeneer wat het verzadigingsniveau is van deze formule. 



Beredeneer of de grafiek van N stijgend of dalend is.
N=2+5,50,74t5000
N=2+5,50,74t5000

Slide 26 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde voor: 
1+320,5t260
Als t groter wordt, wordt 0,5^t kleiner
Dan wordt 1 + 32*0,5^t kleiner
Dan wordt 260 / (1 + 32*0,5^t) groter
Dan wordt 32*0,5^t kleiner
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 27 - Question de remorquage

Modelvorming

Slide 28 - Diapositive