SO Hoofdstuk 2 Par 1 en 2

SO H2 Landschapszones op aarde 
Par 1 en 2
Lees de vragen goed en geef duidelijk antwoord!!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

SO H2 Landschapszones op aarde 
Par 1 en 2
Lees de vragen goed en geef duidelijk antwoord!!

Slide 1 - Diapositive

1a.Bekijk figuur 1 (zoom in)
Noem 2 buurlanden van Brazilië

Slide 2 - Question ouverte

1b. Bekijk figuur 1
Aan welke oceaan grenst Suriname?
A
Grote of Stille Oceaan
B
Noordelijke IJszee
C
Atlantische Oceaan
D
Indische Oceaan

Slide 3 - Quiz

2a. Kies het juiste woord.
De evenaar/keerkring is de grens van de tropen
A
evenaar
B
keerkring

Slide 4 - Quiz

2b. Kies het juiste woord.
In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid
A
lage
B
hoge

Slide 5 - Quiz

2c. Kies het juiste woord
Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur
A
stijgt
B
daalt

Slide 6 - Quiz

2d. Kies het juiste woord.
In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C
A
hoger
B
lager

Slide 7 - Quiz

2e. Kies het juiste woord.
Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak
A
loodrecht
B
schuin

Slide 8 - Quiz

3. Bekijk het plaatje hiernaast
Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur weergegeven?

Slide 9 - Question ouverte

3b. Bekijk de foto hiernaast
Noem nog 2 kenmerken van het tropische regenwoud (anders dan je antwoord op vraag 3a)

Slide 10 - Question ouverte

3c. Bekijk het plaatje hiernaast. Wat is biodiversiteit?

Slide 11 - Question ouverte

De regens in het gebied rondom de evenaar
Producten uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken
Kunstmatig nathouden van landbouwgronden
Achteruitgaan van de begroeiing doordat er te veel vee graast op te weinig grond
De uitbreiding van een woestijn

stijgings-
regens

natuurlijke hulpbronnen

irrigatie

over-
beweiding

verwoestij-
ning

Slide 12 - Question de remorquage

5a. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?

Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...

Slide 13 - Question ouverte

5b. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden

Slide 14 - Question ouverte

5c. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De natuurlijke plantengroei die ergens voorkomt heet de ......................plantengroei

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

6.Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)

Slide 17 - Question ouverte

7. Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)

Slide 18 - Question ouverte

8. Bekijk figuur 3. Hoe heten de gebieden A en B op deze kaart?
A
Sahara en Kalahari
B
Sahara en Gobi
C
Gobi en Victoria
D
Victoria en Kalahari

Slide 19 - Quiz

8b.Beschrijf het klimaat in deze twee droge gebieden door iets te zeggen over de temperatuur en iets over de neerslag.

Slide 20 - Question ouverte

8c.Beschrijf de vegetatie (plantengroei) in deze droge gebieden
A
woestijn en steppe
B
steppe en savanne
C
woestijn en savanne
D
steppe en tropisch regenwoud

Slide 21 - Quiz

9a. Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!

Slide 22 - Question ouverte

9b. Waar in dit plaatje is de evenaar?
A
rechts
B
links van het midden
C
rechts van het midden
D
links

Slide 23 - Quiz

10. Bekijk het plaatje over bodemgebruik in Mali. Wat is het verband tussen bodemgebruik in Mali en de neerslag?

Slide 24 - Question ouverte

11a. Leg uit waar de droge gebieden zich op aarde bevinden.

Slide 25 - Question ouverte

11b. Leg aan de hand van de tekening uit, waarom de droge gebieden op aarde zich daar bevinden (antwoord opdracht 11a)

Slide 26 - Question ouverte

Je hebt de 11 vragen van de toets gemaakt.
Kijk of je álle vragen beantwoord hebt en kijk je antwoorden nog even na.
Daarna lever je de toets in en gaat rustig iets doen met een boek!

Slide 27 - Diapositive