Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Vergeet de topografie niet
Slide 4 - Diapositive
oefentoets Landschappen in afrika
Par 1 en 2
Lees de vragen goed en geef duidelijk antwoord!!
Slide 5 - Diapositive
Kies het juiste woord. In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid
A
lage
B
hoge
Slide 6 - Quiz
Kies het juiste woord Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur
A
stijgt
B
daalt
Slide 7 - Quiz
Kies het juiste woord. In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C
A
hoger
B
lager
Slide 8 - Quiz
Lage breedte
Hoge breedte
Warm
Koud
Slide 9 - Question de remorquage
Kies het juiste woord. Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak
A
loodrecht
B
schuin
Slide 10 - Quiz
Bekijk het plaatje hiernaast Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur weergegeven?
Slide 11 - Question ouverte
Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...
Slide 12 - Question ouverte
Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan? De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden
Slide 13 - Question ouverte
Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)
Slide 15 - Question ouverte
Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!
Slide 16 - Question ouverte
Leg aan de hand van de tekening uit, waarom de droge gebieden op aarde zich daar bevinden
Slide 17 - Question ouverte
Welk diagram is voor tropisch regenwoud?
A
A
B
B
C
C
Slide 18 - Quiz
Wat moet weg? Tropisch Regenwoud
A
Altijd warm
B
Etages
C
Droge tijd april tot juli
D
Ontbossing
Slide 19 - Quiz
Eigenschappen van een tropisch regenwoudklimaat...
A
koud en droog
B
koud en veel neerslag
C
warm en weinig neerslag
D
warm en veel neerslag
Slide 20 - Quiz
Het is warm in het tropisch regenwoud door:
A
Het afbranden van de bossen
B
De zon die loodrecht op de evenaar schijnt
C
De stand van de maan
D
De ingebouwde kachels
Slide 21 - Quiz
het tropisch regenwoud ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte
Slide 22 - Quiz
Evenaar
Nederland
Noordpool
Slide 23 - Question de remorquage
De juiste volgorde van het ontstaan van stijgingsregen is...
A
verdamping, opwarming, condensatie, afkoeling
B
afkoeling, daling, condensatie, verdamping
C
verdamping, condensatie, afkoeling, opwarming
D
opwarming, verdamping, afkoeling, condensatie
Slide 24 - Quiz
Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
droge lucht
Slide 25 - Question de remorquage
Welke breedte is dit?
Welke breedte is dit?
Hoge breedte
Lage breedte
Slide 26 - Question de remorquage
Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn klimaat
tropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen
Hier groeien bomen en gras
bijna elke dag regen
Hier groeien geen bomen, maar wel gras
Slide 27 - Question de remorquage
Welke neerslag ontstaat er rond de evenaar?
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
Slide 28 - Quiz
Waar vind je dalende lucht?
A
Rond de evenaar
B
Rond de 3O graden NB en ZB
Slide 29 - Quiz
Waar valt meer neerslag?
A
Steppe
B
Woestijn
C
Savanne
Slide 30 - Quiz
In de woestijn leeft niks
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Een woestijn is een grote zandvlakte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Ongeveer 1/3 van de aarde is woestijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
In de woestijn kan het overdag wel 49 graden Celsius worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Wat is een oase?
Slide 35 - Question ouverte
Dit cijfer denk ik voor de toets te gaan halen: Vul het op deze manier in 6.5 = 65
Slide 36 - Sondage
Is alles duidelijk, zijn er nog dingen die je uitgelegd wil hebben?