TH Hoofdstuk 2 Par 1 en 2 Oefentoets

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Vergeet deze topografie niet!

Slide 4 - Diapositive

Vergeet deze topografie niet!

Slide 5 - Diapositive

Bekijk figuur 1
Aan welke oceaan grenst Suriname?
A
Grote of Stille Oceaan
B
Noordelijke IJszee
C
Atlantische Oceaan
D
Indische Oceaan

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste woord.
De evenaar/keerkring is de grens van de tropen
A
evenaar
B
keerkring

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste woord.
In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid
A
lage
B
hoge

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste woord
Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur
A
stijgt
B
daalt

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste woord.
In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C
A
hoger
B
lager

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste woord.
Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak
A
loodrecht
B
schuin

Slide 11 - Quiz

Bekijk het plaatje hiernaast
Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur weergegeven?

Slide 12 - Question ouverte

Bekijk de foto hiernaast
Noem nog 2 kenmerken van het tropische regenwoud (anders dan je antwoord op vraag 3a)

Slide 13 - Question ouverte

Bekijk het plaatje hiernaast. Wat is biodiversiteit?

Slide 14 - Question ouverte

De regens in het gebied rondom de evenaar
Producten uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken
Kunstmatig nathouden van landbouwgronden
Achteruitgaan van de begroeiing doordat er te veel vee graast op te weinig grond
De uitbreiding van een woestijn

stijgings-
regens

natuurlijke hulpbronnen

irrigatie

over-
beweiding

verwoestij-
ning

Slide 15 - Question de remorquage

Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?

Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...

Slide 16 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden

Slide 17 - Question ouverte

Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)

Slide 19 - Question ouverte

Bekijk figuur 3. Hoe heten de gebieden A en B op deze kaart?
A
Sahara en Kalahari
B
Sahara en Gobi
C
Gobi en Victoria
D
Victoria en Kalahari

Slide 20 - Quiz

Beschrijf het klimaat in deze twee droge gebieden door iets te zeggen over de temperatuur en iets over de neerslag.

Slide 21 - Question ouverte

Beschrijf de vegetatie (plantengroei) in deze droge gebieden
A
woestijn en steppe
B
steppe en savanne
C
woestijn en savanne
D
steppe en tropisch regenwoud

Slide 22 - Quiz

Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!

Slide 23 - Question ouverte

Waar in dit plaatje is de evenaar?
A
rechts
B
links van het midden
C
rechts van het midden
D
links

Slide 24 - Quiz

Leg uit waar de droge gebieden zich op aarde bevinden.

Slide 25 - Question ouverte

Leg aan de hand van de tekening uit, waarom de droge gebieden op aarde zich daar bevinden (antwoord opdracht 11a)

Slide 26 - Question ouverte


Welk diagram is voor  tropisch regenwoud?
A
A
B
B
C
C

Slide 27 - Quiz

Waardoor wordt het tropisch regenwoud bedreigt?
A
Winning van natuurlijke hulpbronnen
B
Toename van landbouw
C
Gelijke bevolkingsspreiding
D
Door de afname van het aantal dieren

Slide 28 - Quiz

Wat moet weg? Tropisch Regenwoud
A
Altijd warm
B
Etages
C
Droge tijd april tot juli
D
Ontbossing

Slide 29 - Quiz

Eigenschappen van een tropisch regenwoudklimaat...
A
koud en droog
B
koud en veel neerslag
C
warm en weinig neerslag
D
warm en veel neerslag

Slide 30 - Quiz

Het is warm in het tropisch regenwoud door:
A
Het afbranden van de bossen
B
De zon die loodrecht op de evenaar schijnt
C
De stand van de maan
D
De ingebouwde kachels

Slide 31 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het tropisch regenwoud
A
Er zijn bomen van verschillende hoogtes
B
Er vallen veel bladeren van de bomen door de hitte.
C
Het is er dag en nacht tussen de 25 en 30 graden
D
Er leven veel verschillende dieren

Slide 32 - Quiz

het tropisch regenwoud ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 33 - Quiz

De juiste volgorde van het ontstaan van stijgingsregen is...
A
verdamping, opwarming, condensatie, afkoeling
B
afkoeling, daling, condensatie, verdamping
C
verdamping, condensatie, afkoeling, opwarming
D
opwarming, verdamping, afkoeling, condensatie

Slide 34 - Quiz

In welk gebied zijn de meeste inwoners van Australië te vinden?
A
In het noorden
B
In het oosten
C
In het zuiden
D
In het westen

Slide 35 - Quiz

Bij extensieve veeteelt is er veel vee per hectare te vinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Het grootste deel van Australië behoort tot droog gebied
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Welk klimaat hoort bij Oodnadatta?

Slide 38 - Question ouverte

Waarom liggen woestijnen vaak ten noorden en zuiden van de tropen?

Slide 39 - Question ouverte

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
droge lucht

Slide 40 - Question de remorquage

Welke breedte is dit? 
Welke breedte is dit?
Hoge breedte
Lage breedte

Slide 41 - Question de remorquage

Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn klimaat
tropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen
Hier groeien bomen  en gras
bijna elke dag regen
Hier groeien geen bomen, maar wel gras

Slide 42 - Question de remorquage

Koeien grazen op uitgestrekte graslanden, hoort bij?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 43 - Quiz

Welke neerslag ontstaat er rond de evenaar?
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag

Slide 44 - Quiz

Waar vind je dalende lucht?
A
Rond de evenaar
B
Rond de 3O graden NB en ZB

Slide 45 - Quiz

Waar valt meer neerslag?
A
Steppe
B
Woestijn
C
Savanne

Slide 46 - Quiz

Is alles duidelijk, zijn er nog dingen die je uitgelegd wil hebben?

Slide 47 - Question ouverte