Aardrijkskunde EU les - Vaccineren

Pandemie
Wereldwijde ziekte uitbraak
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Pandemie
Wereldwijde ziekte uitbraak

Slide 1 - Diapositive

Welke ziekte zou dit kunnen zijn?

Slide 2 - Question ouverte

Welke ziekte zou dit kunnen zijn?

Slide 3 - Question ouverte

Welke ziekte zou dit kunnen zijn?

Slide 4 - Question ouverte

Vaccineren

Slide 5 - Carte mentale

Welk land zit in de EU en welk land niet?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Lesdoel van vandaag
Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat de Europese Unie voor invloed heeft op de snelheid van het vaccineren.

Slide 8 - Diapositive

Hoe verloopt de les?
Instructie met vragen tussendoor
Verwerkingsopdracht
Nabespreken

Slide 9 - Diapositive

Vaccineren in Nederland

Slide 10 - Diapositive

Wie hebben er al een vaccin gehad in Nederland?

Slide 11 - Diapositive

Welke vaccins kennen we hier in Nederland?

Slide 12 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de andere landen in Europa met het vaccineren?

Slide 13 - Diapositive

Wat staat er eigenlijk in het nieuws over onze priksnelheid?

Slide 14 - Diapositive

AstraZeneca vaccin, wat is er gebeurt in het nieuws?

Slide 15 - Diapositive

Hoe kan het vaccin nou vertraagd zijn geraakt?

Slide 16 - Diapositive

Waarom kunnen niet alle landen binnen de EU zelf beslissen wie ze eerst prikken en hoe snel?

Slide 17 - Question ouverte

Vragen hierbij kunnen zijn:
  • Wie mogen eerst een vaccin?
  • Beslist een land zelf of zijn alle landen hetzelfde?
  • Wie neemt besluiten binnen de EU?
  • Mogen kinderen ook een vaccin?
  • Welk vaccin wordt gebruikt?
Muurkrant maken:
  • Grafieken
  • Plaatjes
  • Teksten
  • Tekeningen

Slide 18 - Diapositive

Presentaties van de muurkranten en het idee

Slide 19 - Diapositive

Welke regels waren een goed idee?

Slide 20 - Carte mentale

Welk groepje had het beste idee?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe vonden we de les gaan?
  • Wie heeft er goede dingen gemerkt tijdens de les of tijdens het werken aan de opdracht?
  • Wat ging er iets minder goed deze keer?
  • Hoe vond ik de les gaan?
  • Wat nemen we mee en wat laten we achter?

Slide 22 - Diapositive