Theme 6: Grammar Revision

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Revision grammar Theme 6 

Today's lesson

• Can & could
• Gebiedende wijs (imperative)
• Toekomstige tijd (future)

Wat vond je ervan om weer terug te zijn op school ........?

Want to make notes, grab a paper!

Can: 

Om te zeggen dat iemand iets kan.

*

De ontkenning van can = 

can't / cannot (kan niet)

*

Om een zin vragen te maken zet je can vooraan. 

       

Could: 

Om te zeggen dat iemand iets zou kunnen. 

*

Dit gebruik je ook om een beleefde vraag te stellen. 

*

Om een zin vragen te maken zet je could vooraan. 

Grammar 16: Can & Could

Sir, __________ you help me please?

1. can
2. could
3. cannot

I __________ come to the party, I am busy.

1. can
2. could
3. cannot

She ________ play the guitar very well. She has got talent!!

1. can
2. could
3. cannot

Maak een vraag met can of could:

De gebiedende wijs: om te zeggen dat iets moet. 

Zo kort mogelijk, je begint de zin met een werkwoord (zonder to!)

 

Close the door!  *  Turn left!  *  Listen to me.

Om te zeggen dat iets niet moet, begin je de zin met don't + hele werkwoord.

Don't close the door. *  Don't walk on the grass!

Grammar 17:

Gebiedende wijs (imperative)

Zeg dat iemand:
De instructies moet lezen.

Zeg dat iemand:
Niet in de zee mag zwemmen.

Zeg dat iemand:
De stoplichten moet gebruiken.

Zeg dat iemand:
De vissen niet mag voeren.

Grammar 18: Toekomst (Future)

Wat weet je nog?
Wanneer gebruik je deze tijd?
Hoe, welke vorm?

Nog even op een rijtje:

Gebruik:  

Om te zeggen dat iemand iets van plan is of dat er iets gaat gebeuren. 

Vorm: 

Vorm van to be + going to + hele werkwoord

Vragend maken: ze de vorm van to be vooraan! 

Ontkennend maken: zet not na de vorm van to be!

She ______ going to play basketball this afternoon.

1. am
2. are
3. is

I _______ going to watch a film tonight.

1. am
2. are
3. is

Maak de zin af:
Donny ... be at the start-up meeting.

1. is going to
2. am going to
3. are going to
4. be going to

Maak de zin af:
... Donny and Jess ... be friends?

1. Are .... going to
2. Is .... going to
3. Am .... going to
4. Be .... going to

Vul in:
We ____________ (maken) some sandwiches.

Vul in:
It ____________ (regenen) this week.

Vul in:
I ______ (niet lezen) that book.

Vul in:
_________ you _________ (bezoeken) your grandparents this weekend?

Homework

Moet af zijn VOOR de les van a.s. woensdag!

"Slim Stampen" -> alle Grammar theme 6

Extra oefenen grammar 16,, 17 & 18