oefentoets sommen

In een fabriek staan 7 machines
er werken 13 mensen 32 uur per week.
Per week worden er 566.000 producten gemaakt
Hoeveel producten worden er per werknemer per week geproduceerd?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

In een fabriek staan 7 machines
er werken 13 mensen 32 uur per week.
Per week worden er 566.000 producten gemaakt
Hoeveel producten worden er per werknemer per week geproduceerd?

Slide 1 - Question ouverte

Afschrijving per jaar is € 5.000,-
Aanschafwaarde van de machine is € 37.500
Bereken het afschrijvingspercentage van de machine.

Slide 2 - Question ouverte

Bereken de BTW uit de consumentenprijs. Het percentage is 9%. Consumentenprijs: €188,00

Slide 3 - Question ouverte

De aanschafprijs van een machine is € 88.000,-
Met de machine kunnen 490.000 producten gemaakt worden.
Wat zijn de afschrijvingskosten per product?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de verkoopprijs als de omzet € 112.661,11 is en de afzet 12.789

Slide 5 - Question ouverte

De omzet in 2020 = € 233.200,-
De omzet in 2019 was € 220.000,-
Met hoeveel procent is de omzet gestegen?

Slide 6 - Question ouverte

De brutowinst is 30% van de omzet.
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt €112.000. De omzet is dus:

Slide 7 - Question ouverte

Bereken de nettowinst

Slide 8 - Question ouverte

De aanschafwaarde van een bestelauto is € 45.000,-
De restwaarde na 7 jaar is € 9.000,-
Bereken de jaarlijkse afschrijving

Slide 9 - Question ouverte

De nettowinst in 2020 was €40.000
In 2022 was de nettowinst €45.000
Met hoeveel % is de nettowinst toegenomen?

Slide 10 - Question ouverte

De aanschafwaarde van een machine is € 95.000,-
De restwaarde na 12 jaar is € 29.000,-
Bereken de maandelijkse afschrijving

Slide 11 - Question ouverte

In een fabriek staan 7 machines
er werken 13 mensen 32 uur per week.
Per week worden er 566.000 producten gemaakt
Hoeveel producten worden er per uur geproduceerd?

Slide 12 - Question ouverte

Ik koop een nieuwe fiets voor 450 euro.
Dit is geen consumentenprijs.
Wat is consumentenprijs?

Slide 13 - Question ouverte

Verkoopprijs = € 20,66
BTW = 21%
Bereken de consumentenprijs?

Slide 14 - Question ouverte

De consumentenprijs van een broek is: € 49,-
De btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de afzet als de omzet € 1.869,99 is en de verkoopprijs € 2,49

Slide 16 - Question ouverte