Les 21: Opdracht: Discriminatie en sociale ongelijkheid

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vandaag: 

1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen? 

2. De lesdoelen van deze les 

3. De opdracht: herkennen van discriminatie/sociale ongelijkheid/vooroordelen

4.  Zelfstandig werken Methode M

5. Check-out: hoe zit je erbij?  

Samenvatten: Cornell-methode

Samen-vatting: 

Cornell-methode

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je  uitleggen wat beeldvorming, discriminatie, vooroordelen en sociale ongelijkheid zijn

Aan het eind van de les kun je uitleggen waarom jouw beeldvorming bepaalt hoe je iets ziet en doet

De begrippen: 

1. Beeldvorming

2. Discriminatie

3. Sociale ongelijkheid

4. Vooroordelen

- Ik kan uitleggen door welke 4 factoren vooroordelen ontstaan. 

De Beeld-machine

Maak 2-tallen en bekijk het werkblad. 

Je hebt langzaamaan een beeld gevormd over iemand = Beeldvorming

Vooroordeel = een mening over iemand zonder dat je de feiten kent.

Hoe werkt dat?? 

Negatieve beeldvorming: 

Een meisje loopt op straat en ziet een jongen met een andere culturele achtergrond

Ze is vroeger een keer lastiggevallen

De media zegt slechte dingen

Niet te vertrouwen volgens ouders

Beeld: Deze jongen deugt niet!

Gedrag: snel weglopen!

Positieve beeldvorming: 

Een meisje loopt op straat en ziet een jongen met een andere culturele achtergrond

Ze is opgegroeid met alle culturen op school

Ouders: respect voor iedereen

Positiviteit in de media

Beeld: deze jongen is vriendelijk 

Gedrag: Hoi!

Beeldvorming

De beeldenmachine laat zien dat beelden en gedrag (output) worden bepaald door eerdere

ervaringen, ideeën en overtuigingen. Belangrijk is dat sommige radartjes ontstaan door

persoonlijke ervaringen, terwijl andere voortkomen uit beelden in de samenleving. 

Beeldvorming en vooroordelen ontstaan dus door: 

1. Media: wie zie/lees/hoor je? 

2. Socialisatie: wat krijg je mee vanuit je gezin/vrienden/school? 

3. Angst: voor wat ze niet kennen.

4. Jezelf beter voelen dan anderen: jouw cultuur is de beste. 

Discriminatie

Mensen in dezelfde situatie anders behandelen. 

Sociale Ongelijkheid

Het verschil in kansen die mensen hebben hebben/krijgen. 

Maak 2-tallen: 

Kies 1 van de 3 mannen? Schrijf op:

1. welke vooroordelen zijn er? 

2. Welk beeld hebben mensen?

3. Hoe reageren mensen op deze man? (= gedrag)

Let op de 3 verschillen!

Video: 

https://vimeo.com/barbaraveyemaze/discriminatieexperiment

Welke verschillen zijn er?

Maak 2-tallen: 

Kies 1 van de 3 mannen? Schrijf op:

1. welke vooroordelen zijn er? 

2. Welk beeld hebben mensen?

3. Hoe reageren mensen op deze man? (= gedrag)

Maak nu het beeldenblad

Maak voor alle 3 de mannen een beeldblad. 

Klassikaal bespreken: wat hebben jullie opgeschreven? 

De begrippen: 

1. Beeldvorming

2. Discriminatie

3. Sociale ongelijkheid

4. Vooroordelen

- Ik kan uitleggen door welke 4 factoren vooroordelen ontstaan. 

Heb je ze allemaal genoteerd? 

Aan de slag: 

Methode M: Sociale ongelijkheid

Maak: de opdracht over beeldvorming. 

Klaar: Verder met methode M. 

(hoofdstuk: Multiculturele Samenleving)

Let op: bij de toets lever je je schrift in en kijk ik de opdrachten na