TEXTUUR ontstaat door een herhaling van vormen en/of lijnen. Hierdoor ontstaat vaak een PATROON. We noemen een TEXTUUR soms ook STRUCTUUR. Aan een textuur kun je zien hoe iets voelt, aan een patroon kun je dat niet zien. In een textuur kun je een patroon herkennen.
Je kunt patronen maken door te spelen met:
- afstand tussen de vormen/lijnen
- grootte van de vormen/lijnen
- afwisseling in vormen/lijnen
- dikte van de vormen/lijnen
- richting van de vormen/lijnen
enz.
Slide 5 - Diapositive
afstand tussen de vormen/lijnen
grootte van de vormen/lijnen
afwisseling in vormen/lijnen
dikke en dunne vormen/lijnen
richting van de vormen/lijnen
Slide 6 - Diapositive
Stofuitdrukking
Je kunt een bestaande structuur namaken in een ander materiaal.
Dat kan bijvoorbeeld door te
- tekenen
- schilderen
- boetseren
- beeldhouwen
Een in een ander materiaal nagemaakte textuur heet de stofuitdrukking van die textuur.
Slide 7 - Diapositive
OPDRACHT A Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande texturen en patronen.
1. Fotografeer in je omgeving (binnen of buiten) 6 foto's van verschillende soorten texturen. Maak hiervan een collage op je mobiel. Aan de foto's moet je kunnen zien hoe het afgebeelde oppervlak aanvoelt. (Voorbeeld: leer, vachten, haar, stekels, ruw, etc.)
2. Fotografeer in je omgeving (binnen of buiten) 6 foto's van verschillende soorten patronen. Maak hiervan een collage op je mobiel. Je kunt dus duidelijk een herhaling in vorm of lijn zien.
3. Maak een categorie TEXTUUR en een categorie PATROON. Zorg dat het overeenkomt met het voorbeeld van de volgende pagina. Uiteraard wel met je eigen foto's.
4. Lever deze collage's in via het inleverbakje in It's Learning.
5. Print de collage's uit en plak ze in je tekenboek.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld van de opdracht
Slide 9 - Diapositive
Beoordeling
Voldoende variatie in texturen en patronen (Denk aan kleur, detail, vorm en lijn etc.)
Het is een fotografie opdracht, zorg dat de belichting goed is en dat de foto scherp is!
Geen plaatjes van internet!
Zorg dat je enkel de textuur of het patroon in beeld hebt, geen achtergrond dus!
Benoem in je document of het patronen of texturen zijn. Er wordt gelet op het correct plaatsen in een van deze categorieën.
Zorg dat in je document alle afbeelding even groot zijn.
Je afbeeldingen niet vervormen.
Slide 10 - Diapositive
Aanvullende opdracht Textuur
Heb je de fotografie opdracht gemaakt en heb je deze in je tekenboek geplakt?
--------> Dan ga je beginnen met de volgende kleine oefening.
Slide 11 - Diapositive
Oefening Texturen tekenen
1. Teken een rechthoek van 10x15 cm met je lineaal op een A4. Verdeel deze in vierkantjes van 5x5 zoals het voorbeeld.
2. Teken in ieder vakje een textuur of patroon. Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. Hoe meer details, hoe beter.
3. Gebruik een fineliner, gekleurde pen of dunne stift.
Slide 12 - Diapositive
Beoordeling
Variatie in texturen
Hele vlakje gevuld met de textuur (geen witte stukken)
Goed kijken naar je gefotografeerde plaatjes in de linkerkolom
Origineel zelf bedacht in de rechterkolom
Netjes en zorgvuldig gewerkt met pen en inkt
Slide 13 - Diapositive
Wat heb je tot nu toe?
Is je foto-opdracht over texturen af en ingeleverd zoals het voorbeeld? (=beoordeeld)
Is je oefening van texturen af? (6 vierkantjes)
Als bovenstaande af is werk je aan jouw onderdeel van de draak. Hierna is er maximaal nog 1 les voor deze opdracht.
Slide 14 - Diapositive
Opdracht C
Slide 15 - Diapositive
Opdracht C - creepy creature
We maken gezamenlijk een enorm wezen met allerlei gekke texturen.
1. teken de omtrek van jouw gedeelte van het wezen. Hij loopt van links naar rechts of van boven naar beneden, of in een bocht. Hij is dun of dik, heeft pootjes of niet, of misschien vleugeltjes? Als het maar op je blad past en textuur heeft! De afstand van de lijnen aan de rand is wel vast, anders past het wezen niet aan de rest van zijn lijf.
2. vul jouw gedeelte van het wezen in met verschillende texturen. Is zijn huid harig, stekelig, hobbelig, bobbelig, ruw of anders? Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting.
3. Gebruik fineliner.
Slide 16 - Diapositive
CHAYENN
5 cm
5 cm
8 cm
8 cm
5 cm
5 cm
8 cm
8 cm
X
XX
MAUD
X
KEVIN
JASON
GERBEN
SANNE
Julian
IVAN
DESTIN
NOAH
ORIA
X
X
X
X
LUC
X
X
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Beoordeling
Variatie in texturen
Hele wezen gevuld met de textuur (geen witte stukken)