Zinsdelen bwb 1G

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 1 - Diapositive

Stappen
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp (1e rol)
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Lijdend voorwerp (2e rol)
  • Meewerkend voorwerp (3e rol)
  • Bijwoordelijke bepaling(en)


Slide 2 - Diapositive

Kenmerken bwb
  • Een bwb geeft meer informatie over het gezegde
  • Een bwb geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, waarom, hoe lang, waarheen, waarvandaan, hoe, waarmee
  • Een bwb begint vaak met een voorzetsel
  • Er kunnen meerdere bwb's in een zin staan
  • De bwb's blijven over als je ow, gezegde, lv en mv hebt aangewezen

Voorbeelden:
Mijn broer vertelt mij iedere ochtend een grap. (wanneer?)
Ayoub lacht hard. (hoe?)
Simone heeft vier uur geoefend. (hoe lang?)

Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden bwb

Belangrijk: gebruik geen wie of wat (dan krijg je ow en lv)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Deze morgen geef ik met veel plezier instructie aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde? (regisseur)
  2. ow? (1e rol)
  3. lv? (2e rol)
  4. mv? (3e rol)
  5. bwb? (alles wat overblijft)

Slide 6 - Diapositive

Deze morgen | geef | ik met veel plezier instructie aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde = geef 
  2. ow?
  3. lv?
  4. mv?
  5. bwb?

Slide 7 - Diapositive

Deze morgen | geef | ik | met veel plezier instructie aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde = geef 
  2. ow = ik
  3. lv?
  4. mv?
  5. bwb?

Slide 8 - Diapositive

Deze morgen | geef | ik | met veel plezier | instructie | aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde = geef 
  2. ow = ik
  3. lv = instructie
  4. mv?
  5. bwb?

Slide 9 - Diapositive

Deze morgen | geef | ik | met veel plezier | instructie | aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde = geef 
  2. ow = ik
  3. lv = instructie
  4. mv = aan de leuke werkers van 1G
  5. bwb?

Slide 10 - Diapositive

Deze morgen | geef | ik | met veel plezier | instructie | aan de leuke werkers van G1B.


  1. pv/gezegde = geef 
  2. ow = ik
  3. lv = instructie
  4. mv = aan de leuke werkers van 1G
  5. bwb = deze morgen, met veel plezier

Slide 11 - Diapositive

Wat is in deze zin een bijwoordelijke bepaling?

Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.

A
Gisteren
B
de directeur
C
een lezing
D
heeft gehouden

Slide 12 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?

Een van hen is de volgende dag behoorlijk ziek geworden.

Slide 13 - Question ouverte

Benoem het zinsdeel dat tussen haakjes staat:

Waarom wil [mijn oma] altijd een zoen hebben?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Quiz

Benoem het zinsdeel dat tussen haakjes staat:

Waarom wil mijn oma [altijd] een zoen hebben?
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Mijn opa wil met deze auto rijden.
A
Mijn opa
B
rijden
C
wil
D
met deze auto

Slide 16 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling(en)?
In de kantine zijn tegenwoordig heerlijke broodjes te koop.
A
In de kantine
B
In de kantine (en) tegenwoordig
C
tegenwoordig
D
heerlijke broodjes

Slide 17 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Ik ga deze lieve kinderen een ballon geven.
A
Ik
B
deze lieve kinderen
C
een ballon
D
geen bijwoordelijke bepaling

Slide 18 - Quiz

Wat is (zijn) de bijwoordelijke bepaling(en)?

Vandaag hebben we het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld

Slide 19 - Quiz

Welke uitspraak past op dit moment het beste bij jou?
A
Ik begrijp alles
B
Ik begrijp bijna alles
C
Ik moet meer oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 20 - Quiz