Schimmels en bacterien

Thema 3: Ordening


Basisstof 5: schimmels



BLZ. 209

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Ordening


Basisstof 5: schimmels



BLZ. 209

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken noemen van schimmels.
  • Je kunt uitleggen dat schimmels zowel gevaarlijk als nuttig kunnen zijn, en hier voorbeelden van noemen. 

Slide 3 - Diapositive

Cel kenmerken
De cellen van schimmels hebben een celkern en een celwand, maar geen bladgroenkorrels. 

- Welk grote verschil zien we met een plantencel?

Slide 4 - Diapositive

Voortplanting
Gisten (eencellige schimmels) planten zich voort door celdeling, er ontstaat een knop en daaruit groeit een nieuwe gistcel.

Slide 5 - Diapositive

Voortplanting meercellige schimmel
Sommige schimmels planten zich voort door sporen; cellen waaruit nieuwe schimmels kunnen ontstaan. 

waar ontstaan die sporen?
  • Aan het uiteinde van schimmeldraden die omhoog groeien
  • of
  • speciale organen: Paddenstoelen 

Slide 6 - Diapositive

Voortplanting
Bij sommige schimmel soorten ontstaan de sporen in speciale organen: paddenstoelen.

Dus paddenstoelen hebben de functie van voortplanting

Slide 7 - Diapositive

Gisten planten zich voort door
A
celdeling
B
Schimmeldraden
C
Sporen
D
fotosynthese

Slide 8 - Quiz

Schimmels hebben geen
A
Celkern
B
Celwand
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Lees blz. 152
Maak opdracht 1 en 2 blz. 153
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Noem een voorbeeld van nuttige schimmel

Slide 11 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van schadelijke schimmel

Slide 12 - Question ouverte

Nut en schade
Nuttig:
  • Ruimen dode resten van organismen op
  • antibioticum
  • voedsel

Schadelijk:
  • ziekteverwekker (infectie) --> zwemmerseczeem
  •  voedselbederf

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Lees blz. 209 t/m 211
Maak opdracht 1 t/m 4
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

3.6 Bacteriën

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Bouw van bacteriën

Bacteriën hebben als enige groep geen celkern. 

Bacteriën zijn eencellig: ze bestaan altijd maar uit één cel.

Slide 17 - Diapositive

bacteriën zijn nuttig en schadelijk
Nuttige bacteriën:
zuurkool, kaas, yoghurt en nog 
veel meer voedsel wordt gemaakt 
met bacteriën. bacteriën zijn dus 
heel erg nuttig! Ze zitten zelfs in je darmen

schadelijke bacteriën:
puistjes, keelontsteking en blaasontsteking zijn voorbeelden van bacteriën waar je ziek van kan worden. Deze kunnen best wel schadelijk zijn.

Slide 18 - Diapositive

De meeste bacteriën voeden zich met resten van dode organismen. 
Zo ruimen bacteriën andere organismen op. 
Het menselijk lichaam telt 10 x meer bacteriën dan cellen
Het menselijk lichaam telt 10x meer bacterien dan cellen
In de darmen zitten ontzettend veel bacteriën. De meeste zijn nuttig. 
Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Door de goede, nuttige bacteriën hebben schadelijke bacteriën geen kans. Nuttige bacteriën beschermen de huid.
In je mond zitten 25 x meer bacteriën 
dan er mensen op de aarde leven.
Het zijn veel nuttige bacteriën maar er zijn ook schadelijke bacteriën.
Nuttige bacteriën

Slide 19 - Diapositive

Nuttige bacteriën
Nadelige bacteriën

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat is geen celkenmerk van bacteriën?
A
geen celkern
B
meercellig
C
geen bladgroenkorrels
D
eencellig

Slide 22 - Quiz

Wat zijn bacteriën voor ons?
A
Vrienden
B
Vijanden
C
Allebei
D
Allebei niet

Slide 23 - Quiz

In een schaal liggen 10 bacteriën.
Die bacteriën delen zich elk uur.

Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur?
A
15
B
20
C
35
D
40

Slide 24 - Quiz

Bacteriën
A
planten zich niet voort
B
vermeerderen zich door te delen
C
planten zich voort met zaadjes

Slide 25 - Quiz

Bacteriën kunnen oorontsteking veroorzaken.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz