Berderving, ADH, Concentratie en Dosis

Voeding
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voeding

Slide 1 - Diapositive

Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 2 - Quiz

Leerdoelen
- Je kunt de gevaren van voedselbederf noemen.

- Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen.

-Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen in de productie van voedsel.

H/V: Je kunt rekenen met concentratie en dosis.


Slide 3 - Diapositive

Bedorven producten
Sommige producten raken snel bedorven. Hiervan kun je erg ziek worden.
Hoe herken je dit?

  • Groenten krijgen snel een andere kleur.
  • Vlees gaat vies ruiken.
  • Zuivel krijgt een vies velletje.

Slide 4 - Diapositive

Micro-organismen
Micro-organismen zijn bacteriën en schimmels die schadelijk kunnen zijn en die ervoor kunnen zorgen dat je ziek wordt.

Slide 5 - Diapositive

Conserveringsmiddelen
  • Water, koolhydraten, eiwitten en vetten zijn goede plekken voor bacteriën en schimmels om te groeien. 

  • Conserveringsmiddelen remmen de groei van micro-organismen. 

Slide 6 - Diapositive

Conserveringsmiddelen vindt je vaak terug op de verpakking van een product als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 7 - Quiz

ADH
Staat voor Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid.

Is per persoon anders. Zo hebben mannen meer calorieën nodig dan vrouwen, en pubers meer bouwstoffen.

Slide 8 - Diapositive

Elke stof is giftig.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Concentratie
De hoeveelheid van een stof die in een voedingsmiddel zit. 

Hoeveel limonadesiroop zit er in de flesjes links?

Slide 10 - Diapositive

Dosis
De hoeveelheid van een stof die je binnenkrijgt wanneer je een bepaald voedingsmiddel eet.

Slide 11 - Diapositive

Rekenen met de dosis.
Als voorbeeld nemen we Kwik in drinkwater. Stel dat je twee liter water drinkt op een dag, hoeveel kwik krijg je dan binnen?


2 Liter x 1,0 mg = 2,0 mg kwik.


Dus:
aantal liter * waarde van de stof  = dosis

Slide 12 - Diapositive

Je drinkt 1,5 L water. Hoeveel mg nitraat krijg je binnen?
A
50
B
0,15
C
75
D
0,1

Slide 13 - Quiz

Iedereen heeft evenveel calorieën nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De concentratie van een stof is de hoeveelheid die je binnenkrijgt wanneer je een bepaald voedingsmiddel eet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN nadeel van voedselbederf?
A
Je belast het milieu ermee
B
De conserveringsmiddelen werken niet meer.
C
Je kunt ziek worden van het eten ervan
D
Ze kunnen andere producten aantasten

Slide 16 - Quiz

Welk reageerbuisje heeft de hoogste concentratie water?
A
In het midden
B
Helemaal rechts
C
Helemaal links
D
De vierde van rechts

Slide 17 - Quiz

Je drinkt een halve liter kraanwater uit een spa-flesje.
Hoeveel lood krijg je binnen?
A
0,01 mg
B
0,005 mg
C
0,05 mg
D
0,5 mg

Slide 18 - Quiz

Huiswerk en de rest van de les.
Je kunt nu beginnen met de opdrachten van Theorie 5

Deze opdrachten heb je af volgende week bij de volgende theorieles.

Volgende week doen we de proeftoets!

Slide 19 - Diapositive