Par 3 Vaste stof, vloeistof en gas

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

1 vmbo

Hoofdstuk:

Stoffen

Paragraaf:

3. Vaste stof, vloeistof en gas

Vraag 1;
Hazim wil een appel wegen.
Welk meetinstrument moet hij gebruiken?

Vraag 2;

Reken om
2000 mg = ?? g

1. 2 g
2. 200 g
3. 20 g

Vraag 3;

Reken om
8350 mL = ?? L

1. 835 g
2. 8,35 g
3. 83,5 g
4. 0,835

Vraag 4;

Wat is het volume van de steen?

Vraag 5;

Hoe heet deze methode om het volume te bepalen??

Titel

Lesdoel;	Begrippen;
Ik kan de fase van een stof herkennen Ik kan bij een beschrijving van een situatie de juiste faseovergang noemen Ik kan met de begrippen smeltpunt en kookpunt uitleggen wanneer een stof vast, vloeibaar of gasvormig is.	- vaste stof, vloeistof en gas - fasen en faseovergangen - smelten, stollen en bevriezen - verdamen en condenseren - smeltpunt en kookpunt

Uitleg

	BB	KGT
wat?	uitleg over: - vast, vloeistof, gas - smelten, stollen - verdampen, condenseren - smelt- en kookpunt	uitleg over; - vast, vloeistof, gas - smelten, stollen - verdampen, condenseren - smelt- en kookpunt
gedrag leerling	- opletten - aantekeningen maken (blz 24) - vragen stellen	- opletten - aantekeningen maken (blz 24) - vragen stellen
tijd?	10 min	10 min

Drie fasen van een stof

de stof water komt voor in drie fasen

- het ijs van een ijsklontje, is een vaste stof

- water in een glas is een vloeistof

- water in een wolk is een gas

Vate stof, vloeistof en gas zijn de fasen van een stof.

Ook andere stoffen kunnen vast, vloeibaar of gasvormig zijn.

Smelten en stollen

Je steekt een waxinelichtje aan. Dicht bij de vlam wordt het kaarsvet vloeibaar.

Je blaast de vlam uit. Na een tijdje wordt het vloeibare kaarsvet weer vast.

Stoffen kunnen van fase veranderen.

vaste stof                                                vloeistof

stollen

smelten

Verdampen en condenseren

Na een regenbui zie je plassen water op straat. Door de zon drogen de plassen op. 

In de lucht en je adem zit waterdamp. Dit gasvormige water kan tegen een koude ruit druppeltjes vormen

vloeistof                                                           gas

condenseren

verdampen

Smeltpunt en kookpunt

Ijs smelt bij 0 C. Deze temperatuur wordt het smeltpunt genoemd.

    Elke stof heeft een eigen smeltpunt

    - kaarsvet smelt bij 52 C

    - ijzer smelt bij 1538 C

Water kookt bij 100 C. Dit is het kookpunt.

    Elke stof heeft een eigen kookpunt;

     - alcohol kookt bij 78 C]

     - benzine kookt bij 121 C

Toepassen

Een lasser maakt metalen aan elkaar vast.

Eerst legt hij of zij de metalen tegen elkaar aan. Dan verhit de lasser de metalen met een lasapparaat.

Hierdoor worden de metalen vloeibaar en mengen met elkaar.

Daarna koelen de metalen af en zitten ze aan elkaar vast.

Even checken

Vraag 1;
In welke drie fasen kan een stof voorkomen?

Vraag 2;
De spiegel in de badkamer beslaat.
Dit hoort bij de faseovergang;

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Vraag 3;
Een ijsje ligt te lang in de zon.
Dit hoort bij de faseovergang;

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Vraag 3;
Natte was droogt aan de waslijn buiten
Dit hoort bij de faseovergang;

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Vraag 3;
Je blaast een kaars uit, het kaarsvet wordt hard.
Dit hoort bij de faseovergang;

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Extra uitleg

In de volgende filmpje kan je nog extra uitleg vinden.

Werken

	BB	KGT
wat?	zelfst. werken	zelfst. werken
hoe?	vr 1 tm 16 blz 11 tm 14	vr 1 tm 16 blz 11 tm 14
tijd?	20 min	20 min
hulp?	tweetal docent loopt hulpronde	tweetal docent loopt hulpronde
klaar?	- paragraaf 1 en 2 af? - nakijken - lezen practicum smelten en stollen	- paragraaf 1 en 2 af? - nakijken - lezen practicum smelten en stollen

Hoe ging het vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Ik snap de volgende begrippen van uitleg;
fase
vast, vloeibaar, gas

Ja, helemaal

Ja, niet echt

Nee, niet echt

Nee, helemaal niet

Ik snap de volgende begrippen, van uitleg;
faseovergang
smelten, stollen
verdampen, condenseren

Ja, helemaal

Ja, niet echt

Nee, niet echt

Nee, helemaal niet

Ik snap de volgende begrippen, van uitleg;
smeltpunt
kookpunt

Ja, helemaal

Ja, niet echt

Nee, niet echt

Nee, helemaal niet

De volgende les:

De volgende les gaan we:

Practicum "Smelten en stollen"

De volgende week doen we;

Par 4 "Mengsels"