Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
zuren en basen= hst 6
4 Tl
Slide 1 - Diapositive
screencast-o-matic.com
Slide 2 - Lien
zure oplossing: je meet aantal H+ ionen
basische oplossing: hoeveel H+ ionen er kunnen worden opgenomen (=meestal het aantal OH- ionen)
pH 7 = neutraal
pH 0 < 7 = zuur
pH 7>14
pH meten = "zuurgraad" weten (kan alleen in oplossingen )
Slide 3 - Diapositive
eigenschappen zuren= moleculaire stof
smaken zuur (proeven mag niet)
reageren met basische stoffen (= neutraliseren)
kleuren blauw lakmoes rood (rood blijft rood)
sterke zuren ontkalken, tasten onedele metalen aan en maken bacterie groei onmogelijk
zure oplossingen geleiden stroom, bij elektolyse onstaat H2 gas aan negatieve elektrode
bevat waterstof atomen (formule van zuur begint met H atoom)
Slide 4 - Diapositive
basen/basische stoffen
tasten de huid aan
kan H+ ionen opnemen
smaken zeepachtig (niet proeven!)
kunnen vet verwijderen
reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
basische oplossingen geleiden stroom
kleuren roodlakmoes blauw (blauw blijft blauw)
Slide 5 - Diapositive
pH huidneutraal
huid is licht zuur (huidvet = talg zorgt voor een barrière tegen bacteriën)
pH huidneutraal = +/- 5,5
producten met te hoge of te lage pH waarde veroorzaken huid irritaties
Slide 6 - Diapositive
notatie van oplossen zuren
H atomen laten los--> H+ ionen + zuurrestion (=negatieve ion)
De totale lading voor- en na oplossen is altijd nul
b.v zoutzuur=oplossing van waterstofchloride HCl(g): HCl(g)-->H+(aq) + Cl-(aq) (dus Cl-(aq) = het zuurrestion)
salpeterzuur is een oplossing van waterstofnitraat HNO3(l): HNO3(l)-->H+ (aq) + NO3-(aq) (NO3-(aq) =zuurrestion)
zwavelzuur = H2SO4(l)-> 2 H+ (aq) + SO42-(aq)
Slide 7 - Diapositive
koolzuur
H2CO3(aq) (=koolzuur) is een instabiel zuur en valt uit uit elkaar --> wordt water met prik
H2CO3(aq)-->H2O(l) + CO2(g)
Slide 8 - Diapositive
etsen: onedelmetaal + zuur
Bij deze reactie ontstaat altijd explosief waterstofgas
onedele metalen geven makkelijk hun buitenste elektronen af
H+ionen nemen graag elektronen op
onedelmetaal + zuur --> metaalion + H2(g)
b.v. etsen van koper bij printplaat Cu(s) +2H+(aq)--> Cu2+(aq)+ H2(g)
ook aantasten van lood is een vorm van etsen
Pb(s) +2H+(aq)--> Pb2+(aq)+ H2(g)
Slide 9 - Diapositive
einde les 1
Slide 10 - Diapositive
les 2: par 3 t/m 5
Slide 11 - Diapositive
screencast-o-matic.com
Slide 12 - Lien
noteren oplossen zuur en basen
oplossen van zuren: het zuur staat H+ af er blijft zuurrestion over b.v.: zoutzuur(= oplossing van waterstofchloride)
oplossen van basen: de base staat een positief zoution af waardoor er een negatief basisch ion ontstaat. b.v. oplossen van natriumhydroxide in water
HCl(g)→H+(aq)+Cl−(aq)
NaOH(s)→Na+(aq)+OH−(aq)
Slide 13 - Diapositive
neutraliseren = zuur + base--> pH neutraal
meestal H+ + OH---> H2O
(behalve bij ammonia dan geldt NH3 + H+ --> NH4+)
maar: er kunnen schadelijke stoffen ontstaan (b.v. chloorgas of waterstofgas)
dus nooit zomaar mengen!!
pas op met neutraliseren !
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Van deze oplossingen moet je triviale naam kennen
Slide 16 - Diapositive
Regels zuur-base reactie
noteer alleen de deeltjes die meedoen aan de reactie (rest = tribune ion)
hoeveel H+kan het zuur afgeven, hoeveel H+ ionen kan base opnemen?
reactievergelijking opstellen waarbij geldt: - voor- en na de reactie is lading gelijk (meestal 0!) - voor- en na reactie van elke atoomsoort evenveel (= kloppend maken)
meestal water gevormd (soms ook koolstofdioxide of alleen ammonium) zie ook volgende slide
Slide 17 - Diapositive
standaard zuur-base reacties
zuur
base
-->
reactieproduct(en)
H+(aq)
OH-(aq)
-->
H2O(l)
2
O2-(aq)
-->
2
CO32-(aq)
-->
+CO2(g)
NH3(aq)
-->
NH4+(aq) (=ammoniumion)
Slide 18 - Diapositive
Luchtvervuiling (->zure regen)
Verbranding van brandstoffen die zwavelatomen bevatten leveren zwaveldioxide (SO2(g))
Verbrandingen met hoge temperaturen leveren stikstofoxiden (NOx = verzamelnaam voor alle stikstofoxides)
In contact met waterdamp kunnen zwavelzuuroplossing (H+(aq) + SO42-(aq) ) en saltpeterzuur (H+(aq) + NO3- (aq) ) ontstaan
-->zure regen....gevolgen op mens, milieu en gebouwen moet je kennen!.
Slide 19 - Diapositive
les 3: par 6 titratie
Slide 20 - Diapositive
pH =logaritmische schaal
pH waardes werken met een logaritmische schaal.
Een verschil van 1 pH = 101 = 10 x zo zuur of basisch
2 pH = 102 = 10 x 10= 100 x zo zuur of basisch
3 pH =103 = 10 x 10 x 10 = 1000 x zo zuur of basisch
Dus: een klein verschil in pH waarde tussen twee stoffen betekent dat de ene stof heel veel zuurder of juist basischer is dan de andere stof
Slide 21 - Diapositive
indicatoren: tonen aan of bepaalde stof aanwezig is Binas tabel 36