Les 2 en 3, week 36

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Doelen/

Wat gaan we doen vandaag?

• Aan het einde van de les weet je wat het Poëzieproject is. 
  
• Aan het einde van de les weet je wat je gemakkelijk en wat je moeilijk vindt van werkwoord spelling. 

Poëzieproject

• Helmie Still 
• Zaterdag 6 november

Werkwoord spelling

• Wat weet je nog? 
• Voldoende basis of extra hulp nodig?

Code socrative: SOC-35905105

• Socrative, 20 zinnen, random aanbieden, direct feedback.
• Op het moment dat je een zin verkeerd hebt, noteer je het nummer van die zin in je schrift.

Werkwoord spelling

• Na afloop krijg je een strookje waarop je omcirkelt welke zinnen je fout had. Zo heb je meteen een overzicht bij welk onderdeel je veel fouten maakt. 

• Extra uitleg krijgen en laten oefenen met de onderdelen die je lastig vindt (zie document e-mail). 
  

Doelen behaald?

• Aan het einde van de les weet je wat het Poëzieproject is. 
  
• Aan het einde van de les weet je wat je gemakkelijk en wat je moeilijk vindt van werkwoord spelling. 

Les 2, vrijdag 10 september

• Aan het einde van de les weet je wat realistisch en niet-realistisch is
• Aan het einde van de les heb je fictie, blok 1 opdracht 2 en 4 gemaakt en nagekeken.
  
• Aan het einde weet je wat de eindopdracht voor fictie is. 

Theorie blok 1, fictie

• Leesvoorkeur
• Realistisch en niet-realistisch 
• Opbouw van het verhaal

• Verhaal over Linus

Theorie blok 1, fictie

• Maak opdracht 4 alleen, in je schrift in de klas
• Nakijken (krullen en aanvullen)

• Maak opdracht 2 in groepjes buiten het lokaal
• Laat het toneelstukje zien in de klas

Eindopdracht 

• Leesboek lezen binnen 5 weken
• Keuze uit: lapbook, presentatie, mondeling
• Theorie toepassen op je eigen leesboek
• Aantonen dat je de theorie van fictie kent en kan toepassen
• Schema via de e-mail 
• Schrijf in je agenda

Tijd over? Galgje

- Een woord dat je maken heeft met fictie

- Een woord dat uit je leesboek komt

Maak de volgende zinnen af...

benodigdheden: iPad

Wat heb ik deze les gedaan?

Wat heb ik deze les geleerd? Denk aan de lesdoelen.

Doelen behaald?

• Aan het einde van de les weet je wat realistisch en niet-realistisch is
• Aan het einde van de les heb je fictie, blok 1 opdracht 2 en 4 gemaakt en nagekeken.
  
• Aan het einde weet je wat de eindopdracht voor fictie is. 

Opdracht: tijdslijn

• Ben je vroeger voorgelezen?
• Heb je anderen voorgelezen?
• Welke boeken ken je nog?
• Wat was daar bijzonder aan?

• Maak: opdracht tijdslijn

Afsluiting

• Zijn er vragen?
• Volgende les
• Bedankt voor jullie aandacht
• Schuif de stoelen aan