probleem-en-oplossing: meestal betoog (lezer overtuigen). Afsluiting met een samenvatting? Dan vaak beschouwing of uiteenzetting
bewering-argument: altijd betoog
Slide 9 - Diapositive
voordelen- en-nadelen: zonder (duidelijke) mening = uiteenzetting. Anders betoog
vroeger-en-nu
vroeger-en-toekomst
alleen beschrijving = uiteenzetting
verschillende standpunten bekeken = beschouwing
duidelijke mening = betoog
Slide 10 - Diapositive
verschijnsel-verklaring: Iets wordt verklaard. Gaat verder dan uitleggen. Alleen verklaring = uiteenzetting. Beetje voorkeur = beschouwing.
Duidelijk 1 verklaring = betoog
Verschijnsel-bespreking: verschillende aspecten (onderdelen) van iets worden besproken. Meestal uiteenzetting, soms beschouwing.
Slide 11 - Diapositive
Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
bewering-argumentstructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
verschijnsel-besprekingsstructuur
Slide 12 - Quiz
Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden
B
Argumentatie
C
Voor/nadelen
D
Aspecten
Slide 13 - Quiz
Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur
Slide 14 - Quiz
Noem de verschillende tekstsoorten
Slide 15 - Carte mentale
Citeren
Citeren: letterlijk uit de tekst overschrijven
Citaat: stukje dat je letterlijk hebt overgeschreven
Aanhalingstekens (begin en einde van de zin)
(regelnummer)
Slide 16 - Diapositive
Citeren: citeren is het letterlijk overnemen van een zin of stukje tekst. Bij citeren zet je de eerste twee en de laatste twee woorden van de zin of het tekstgedeelte neer. Tussen de woorden zet je drie puntjes. Het hele citaat moet tussen aanhalingstekens. Achter het citaat zet je de regelnummers.
''Citeren is...de regelnummers.'' (1-5)
Slide 17 - Diapositive
Argumenteren
Slide 18 - Diapositive
Nevenschikkend. Allemaal los van elkaar bestaande argumenten. Je kan ze allemaal noemen of maar één.
Slide 19 - Diapositive
2e argument legt verder uit bij het 1e argument
Slide 20 - Diapositive
Tekst
Afhankelijke argumantatie. Hangt allemaal samen
Slide 21 - Diapositive
Lieve leerlingen H4F
Jullie hebben mijn 1e jaar op het Kennemer kleur gegeven. Bedankt!