U2: avoir, bez vnw & getallen.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
Getallen

Slide 2 - Diapositive

Doel:
-Je kunt het werkwoord avoir (hebben) gebruiken.
- Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.
- Je kent de getallen tot en met 20.



Slide 3 - Diapositive

Hebben

ik heb
jij hebt
hij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 4 - Diapositive

J'... un copain original!
Ik heb een unieke vriend!
A
a
B
es
C
ai
D
as

Slide 5 - Quiz

Nous ... des problèmes.
Wij hebben problemen.
A
a
B
avons
C
avez
D
ai

Slide 6 - Quiz

Tu ... quel âge?
Hoe oud ben jij?
A
a
B
es
C
ai
D
as

Slide 7 - Quiz

Schrijf het rijtje van "avoir" op.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
Bijvoorbeeld:
mijn fiets - mon vélo.

Slide 9 - Diapositive

Verschil tussen het Frans en het Nederlands.

In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan, aan het zelfstandig naamwoord dat erachter staat. 

Bijvoorbeeld:

mon père
mijn vader
ma mère
mijn moeder
mes parents
mijn ouders

Slide 10 - Diapositive

mannelijk     vrouwelijk     meervoud
mon                ma               mes
ton                   ta                tes
son                   sa               ses
mijn
jouw
zijn/haar

Slide 11 - Diapositive

Let op!
ma, ta en sa veranderen in mon, ton en son voor een klinker of een stomme h.
Dus: C'est une idée --> C'est son idée.

Slide 12 - Diapositive

... maison est très belle.
Mijn huis is erg mooi.
A
mon
B
ma
C
mes
D
ses

Slide 13 - Quiz

Rosa, ici tu vois ... cousine.
Rosa, hier zie je mijn nicht.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 14 - Quiz

... maison est grande.
Jouw huis is groot.
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 15 - Quiz

... père travaille comme prof.
Haar vader werkt als docent.
A
Son
B
Sa
C
S'
D
Ses

Slide 16 - Quiz

C'est ... amie.
Het is zijn vriendin.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Mettez dans le bon ordre (Chiffres 0-10)
Trois
sept
zéro
cinq
neuf
quatre

Slide 19 - Question de remorquage

Combinez les chiffres
timer
2:00
dix-sept
vingt
quatorze
seize
onze
dix-neuf
quinze
dix-huit
douze
treize
11
12
13
15
14
16
17
18
19
20

Slide 20 - Question de remorquage

Zelfstandig werken:
- § 2.3: mk ex 8F & 8G.
- § 2.5: mk ex 16F & 16H.

Slide 21 - Diapositive