H1 samenvatting les 16

H1 Organismen uit 4 rijken
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H1 Organismen uit 4 rijken

Slide 1 - Diapositive

Welkom
  • terugblik H1
  • huiswerk : test jezelf
  • controle schrift (lesdoelen)
  • Vragen H1?
  • voorbereiden toets

Slide 2 - Diapositive

terugblik vorige les
Vragen over:
leren samenvatting (tekstboek blz 57-60)
maken test jezelf (werkboek blz 61 t/m 64)

Slide 3 - Diapositive

Controle Schrift
  • Lesdoelen genoteerd
  • antwoorden opgeschreven
  • eventueel aantekeningen gemaakt

= max. 1 bonuspunt op de toets

Slide 4 - Diapositive

lesdoel
  • Vragen H1?

Slide 5 - Diapositive

H1.1:  Indelen van organismen
om organismen beter te kunnen begrijpen, hebben biologen alle organismen ingedeeld in groepen. Dit proces heet ordening.
Ordening vindt voornamelijk plaats op basis van celkenmerken. 
De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

Slide 6 - Diapositive

De vier Rijken
Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Slide 7 - Diapositive

Groepen
De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. het is belangrijk dat je deze kent en de kenmerken kan benoemen.

Slide 8 - Diapositive

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen.
Ook deze moet je kennen met eigenschappen

Slide 9 - Diapositive

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels)Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 10 - Diapositive

Determineren 
  • Bepalen van de soortnaam
  • zoekkaart
  • determineertabel 

Slide 11 - Diapositive

Naamgeving
wetenschappelijke naam. bedacht door Linnaeus

wetenschappelijke naam bestaat uit:
Geslachtsnaam - eerste deel met een Hoofdletter
Soortnaam - geeft de soort van het dier aan met een kleine letter

Slide 12 - Diapositive

H1.2 Plantenrijk
Plant bestaat uit vier delen:
  1. wortel
  2. stengel
  3. blad
  4. bloem

Slide 13 - Diapositive

Plantenrijk
Planten cel bestaat:

  1. celwand: bescherming
  2. celmembraan: transport
  3. cytoplasma: stroperige vloeistof
  4. celkern: regelt alles in de cel
  5. bladgroenkorrel: fotosynthese
  6. vacuole: blaasje, stevigheid

Slide 14 - Diapositive

Stevigheid Planten
Kruidachtigen:
zuigen vacuole vol met water,
vacuole druk tegen de celwand, geeft stevigheid (fietsband)

Slide 15 - Diapositive

Indeling Plantenrijk
Plantenrijk:
  • Wieren/mossen
  • sporenplanten
  • naaktzadigen
  • bedektzadigen

Slide 16 - Diapositive

H 1.3  Opbouw dier
  • organisme
  • orgaanstelsel
  • orgaan
  • weefsel
  • cel

Slide 17 - Diapositive

Opbouw dierlijke cel
  • celmembraan
  • cytoplasma
  • celkern

Slide 18 - Diapositive

Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercelligen zijn lange draden 
Een paddenstoel is een meercellige schimmel! 

Slide 19 - Diapositive

Schimmelcel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma
  4. vacuole
  5. celkern

Slide 20 - Diapositive

Kenmerken bacteriën




  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen kernmembraan
  • kringchromosomen

Slide 21 - Diapositive

Bacterie-cel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma

Slide 22 - Diapositive

Voortplanting bacteriën

celdeling


elk halfuur delen



eencellige schimmels delen ook

Slide 23 - Diapositive

Voortplanting schimmels

Sporen

= cel waar nieuwe schimmel uit komt



aan uiteinde schimmeldraad

of onder de paddenstoel

Slide 24 - Diapositive

Nuttige en schadelijke bacteriën en schimmels

ze voeden zich met dode resten van organismen 

reducenten 

hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt

Slide 25 - Diapositive

voedselbederf tegengaan
bacteriën/schimmels kunnen voedsel bederven, voorkomen: conserveren
  1. drogen: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder water
  2. verhitten: schimmels/bacteriën  gaan dood bij hoge temperatuur. Steriliseren (120oC) of pasteuriseren (70oC)
  3. koelen: schimmels/bacteriën groeien langzamer
  4. toevoegen conserveermiddel: schimmels/bacteriën kunnen niet groeien wanneer er teveel suiker, zout, zuur of alcohol aanwezig is
  5. vacuüm: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder zuurstof

Slide 26 - Diapositive

Plantaardige cel
  • In bladgroenkorrels zit chlorofyl (bladgroen)

  • In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats: eigen energierijke voeding maken


eigen voedsel maken
Wij kunnen in ons lichaam niet ons eigen voedsel maken.
Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.
Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Reactievergelijking
               zonlicht
  • Water + koolstofdioxide  --> zuurstof + glucose

  • Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.




Slide 29 - Diapositive

Producenten
  • Organismen die zelf eten maken zijn producenten
  • Planten of algen
  • Planten maken energierijke stoffen
Planten zijn altijd eerste schakel in voedselketen

Slide 30 - Diapositive

Consumenten
  • Dieren eten / consumeren de energierijke stoffen die planten maken.
  • Dieren in de tweede schakel : herbivoren.
  • Dieren in de derde (of hoger) schakel : carnivoren / omnivoren.
  • Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde.
  • Die worden op hun beurt gegeten door consumenten van de tweede orde.

Slide 31 - Diapositive

Afvaleters
  • Niet alle organismen worden gegeten.
  • Dode resten van planten en dieren worden gegeten door afvaleters.
  • Afvaleters horen niet bij een voedselweb, want de schakels van een
    voedselketen bestaan alleen uit levende organismen.

Slide 32 - Diapositive

Reducenten
  • Resten die afvaleters achterlaten, worden afgebroken door bacteriën en schimmels --> reduceren.
  • Planten nemen deze stoffen op --> kringloop is rond.

Slide 33 - Diapositive

Biotechniek (Biotechnologie)
Biotechniek: 
door de mensen gebruiken van levende wezens om ze met een bepaalde techniek voor je te laten werken.

Slide 34 - Diapositive

gebruikt schimmels
  • brood: (gist) ontstaat koolstofdioxide en alcohol
  • schimmelkaas: sporen, speciale smaak
  • geneesmiddelen: (penicilline), doodt bacteriën antibiotica

Slide 35 - Diapositive

gebruikt bacteriën
  • yoghurt: melkzuurbacterie, conserveermiddel (langer houdbaar)
  • zuurkool: melkzuurbacterie, geeft zure smaak
  • afvalwater schoonmaken: zuiveringsinstallatie, afvalstoffen worden afgebroken tot CO2, mineralen

Slide 36 - Diapositive

Genetische modificatie
Biotechnologie: technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens (gisten, melkzuurbacterie)

Genetische modificatie: aanbrengen van erfelijk eigenschappen in organismen

Slide 37 - Diapositive

Genetische modificatie
Voedsel als medicijn: Rijstplanten met meer vitamine A
Supervoedsel: gen ingebracht bij organismen
wasmiddel: enzymen, werken op lage temperatuur

CRISPR-CAS: (gen-aanpassing)
knippen, vervangen van genen

Slide 38 - Diapositive

Huiswerk
  • leren samenvatting (tekstboek blz 57-60)
  • maken test jezelf (werkboek blz 61 t/m 64)

Slide 39 - Diapositive