Proeflesje Frans

Bonjour et bienvenue
au cours de français 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bonjour et bienvenue
au cours de français 

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al over Frankrijk?

Slide 2 - Diapositive

1. Hoeveel inwoners
heeft Frankrijk?
A
48 miljoen
B
53 miljoen
C
67 miljoen
D
79 miljoen

Slide 3 - Quiz

2. Hoe hoog is de Eiffeltoren?
A
176 meter
B
298 meter
C
317 meter
D
408 meter

Slide 4 - Quiz

3. Hoe heet de populaire kuststreek in het zuiden
van Frankrijk?

A
Côte d'Opale
B
Côte du Rhône
C
Côte d'Or
D
Côte d'Azur

Slide 5 - Quiz


4. Welk automerk
is NIET Frans?
A
Citroën
B
Peugeot
C
Fiat
D
Renault

Slide 6 - Quiz

5. Hoe noem je
een stokbrood in
het Frans?
A
baguette
B
pistolet
C
croissant
D
brioche

Slide 7 - Quiz

6. Wat krijg jij te eten als jij in Frankrijk "escargots" bestelt ?
A
oesters
B
slakken
C
kikkerbillen
D
zee-egels

Slide 8 - Quiz

7. Op welk continent wordt Frans gesproken?
A
Azië
B
Amerika
C
Afrika
D
alle genoemde continenten

Slide 9 - Quiz

8. Wat is de
hoogste berg
van Frankrijk?
A
Mont Ventoux
B
Alpe d'Huez
C
Mont Blanc
D
Mont Maudit

Slide 10 - Quiz

9. Hoe heet de president
van Frankrijk?
A
Sarkozy
B
Macron
C
Monsieur le President
D
Voisin

Slide 11 - Quiz

10. Wat is de naam
van dit monument
uit Parijs?
A
Arc de Triomphe
B
Sacré Coeur
C
Tour Eiffel
D
Place Bastille

Slide 12 - Quiz

Hoe klinkt de Franse taal?

Slide 13 - Diapositive

Et toi?

Wie van jullie spreekt er al een beetje Frans?


Slide 14 - Diapositive

1. De persoon die de bus bestuurt, noem je een ...
2. Als ik door de winkelstraat loop, kijk ik naar de kleding in de ...
3. Kijk eens omhoog. Daar zie je het ...
4. Na het sporten neem ik altijd een heerlijk, warme ...
5. Om lekker te ruiken, spuit ik altijd een beetje ...
6. Een deftig woord voor stoep is: ...
7. Ik blaad een luchtbed op voor mijn nichtje. Zij komt dit weekend gezellig ...
8. Als mijn ouders werken, gaat mijn kleine broertje naar de ...
9. De muts aan je jas noem je ook wel een ...
10. Mijn pennen en potloden stop ik in mijn ...
Welk Frans woord ontbreekt?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive


Bonjour - Hallo

Ça va? - Hoe gaat het?

Ça va bien - Het gaat goed.
Ça ne va pas bien - Het gaat niet goed.

Je m'appelle ... - Ik heet ....
Comment tu t'appelles? - Hoe heet jij?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive