23-24 week 2 - les 3

  • la prononciation
  • kennis over Frankrijk
Le but: à la fin de ce cours:
  • snap ik hoe een woord met een accent anders wordt uitgesproken
  • Weet ik meer over het land Frankrijk

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  • la prononciation
  • kennis over Frankrijk
Le but: à la fin de ce cours:
  • snap ik hoe een woord met een accent anders wordt uitgesproken
  • Weet ik meer over het land Frankrijk

Slide 1 - Diapositive

De uitspraak van de è en é 
élève 
matière = vak
école
récré
sévère = streng

Slide 2 - Diapositive

e
e
accent grave
accent aigu

Slide 3 - Diapositive

e
accent grave

Slide 4 - Diapositive

elf

Slide 5 - Diapositive

e
accent aigu

Slide 6 - Diapositive

één

Slide 7 - Diapositive

De uitspraak van de è en é 
matière
école
élève

Slide 8 - Diapositive

C
De 'c' als een [s] voor de letters e en i 
ici - concert 
De 'c' als een [k] voor de letters a, o en u 
copain - camping 
De 'ç' met cédille --> [s] 
français - ça va 
De 'ch' --> [sj] zoals chocolade 
chercher 

Slide 9 - Diapositive

G
De 'g' is geen harde 'g' zoals in het Nederlands!
'g' voor een i, e of y --> [zj] zoals etalage 
étage - roug
'g' voor alle andere letters [g] zoals goal 
gris - magasin 

Slide 10 - Diapositive

Uitspraak / prononciation
  • c / ç : als een "s" voor i en e (Céline, ici)
                  als een "k" voor alle andere letters (vacances, copain)
                  toch als "s", dan ç (cedille eronder): français, ça va
  • ch    :  als "sj" (cher, acheter)
  • q       :  je schrijft achter een q altijd een "u", maar die hoor je
                  niet! Dus geen "kw", maar "k": boutique, marque, 
                  presque, qu'est-ce que

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Pagina 12 en 13
Lees zelfstandig de tekst

Straks beantwoorden jullie een aantal vragen hierover.
timer
3:00

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel inwoners heeft Frankrijk?
A
rond de 47 miljoen
B
rond de 66 miljoen
C
rond de 86 miljoen

Slide 14 - Quiz

Hoeveel mensen spreken Frans over de hele wereld?
A
63 miljoen
B
150 miljoen
C
220 miljoen

Slide 15 - Quiz

Paris / Parijs is de hoofdstad van Frankrijk. Hoe groot is Paris?
A
zo groot als de provincie Noord-Holland
B
zo groot als de provincie Utrecht
C
zo groot als de stad Utrecht

Slide 16 - Quiz

Les Alpes en les Pyrénées zijn
A
Bergen
B
Rivieren
C
Stranden

Slide 17 - Quiz

Welke dier is het symbool van Frankrijk?
A
een adelaar
B
een leeuw
C
een haan
D
een hond

Slide 18 - Quiz

In hoeveel landen wordt Frans gesproken?
A
10 landen
B
15 landen
C
28 landen

Slide 19 - Quiz