Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
La prononciation
Slide 1 - Diapositive
De uitspraak van de è en é
élève
matière
école
récré
sévère
Slide 2 - Diapositive
e
e
accent grave
accent aigu
Slide 3 - Diapositive
e
accent grave
Slide 4 - Diapositive
elf
Slide 5 - Diapositive
e
accent aigu
Slide 6 - Diapositive
één
Slide 7 - Diapositive
De uitspraak van de è en é
matière
école
élève
Slide 8 - Diapositive
C
De 'c' als een [s] voor de letters e en i
ici - concert
De 'c' als een [k] voor de letters a, o en u
copain - camping
De 'ç' met cédille --> [s]
français - ça va
De 'ch' --> [sj] zoals chocolade
chercher
Slide 9 - Diapositive
G
De 'g' is geen harde 'g' zoals in het Nederlands!
'g' voor een i, e of y --> [zj] zoals etalage
étage - rouge
'g' voor alle andere letters [g] zoals goal
gris - magasin
Slide 10 - Diapositive
Uitspraak / prononciation
c / ç :als een "s" voor i en e (Céline, ici) als een "k" voor alle andere letters (vacances, copain) toch als "s", dan ç (cedille eronder): français, ça va
ch : als "sj" (cher, acheter)
q : je schrijft achter een q altijd een "u", maar die hoor je niet! Dus geen "kw", maar "k": boutique, marque, presque, qu'est-ce que