Hst 28 Voltooid en onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vandaag 

Even voorlezen dan..

..huiswerk  nakijken 

spellen van voltooid en onvoltooid deelwoord hst 28 

2e uur  werkwoordspelling in Numo of lezen in Borealis 

Huiswerk blz. 111/113

Vraag 2? 

Vraag 7?

Vraag 8? 

Huiswerk vraag 7 

De sterke werkwoorden zijn: zitten, lijken, krijgen, liggen, neervallen, begeven en uitvallen.

Die veranderen dus van klank

 

De zwakke werkwoorden zijn: durven, neerploffen, veroorzaken, monteren, vernietigen, storten, lanceren, berokkenen, halen en dreigen.

Dit kun je opzoeken (dat doe ik ook nog vaak) bijv. op www.vandale.nl

             Even oefenen!

Vul het voltooid deelwoord in:
Wie heeft dat woord niet goed (spellen)

Vul het voltooid deelwoord in:
Er wordt nog steeds (zoeken) naar een goede oplossing.

Vul het voltooid deelwoord in:
Ik hoop dinsdag te zeggen dat ik het hele Paasweekend heb (lanterfanten)

Vul het voltooid deelwoord in:
Ben jij voor dat feest (uitnodigen)?

Vul het onvoltooid deelwoord in:
Mijn leerlingen praten (voortduren) door mij heen

Vul het onvoltooid deelwoord in:
(Smalen) reageren twitteraars op het noodplan van de Minister.

Voltooid of onvoltooid deelwoord?
Hun ogen (uitkijken) banen zij zich een weg door de menigte.

Voltooid of onvoltooid deelwoord?
Over 100 jaar zullen gletsjers (verdwijnen) zijn.

Voltooid of onvoltooid deelwoord?
Al (dansen) regelt de clown het verkeer.

Verder

Dit oefen je verder in NUMO (als het goed is) 

Zorg dat je vanmiddag 

45 minuten aan Numo hebt gewerkt!

Nu lezen in Borealis 

Of werken aan Numo

Leertegel Werkwoordspelling?

Fijn lang weekend!