Schrijven h1

Schrijven h1
Op je tafel:
boek 
schriften
etui
laptop

Denk aan de 3 minuten regel
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijven h1
Op je tafel:
boek 
schriften
etui
laptop

Denk aan de 3 minuten regel

Slide 1 - Diapositive

Pak je planagenda
Huiswerk:

BBL: opdracht: 21 t/m 27 + dictee
KBL: opdracht: 23 t/m 26 en 29 t/m 32 + dictee
TL: opdracht: 18 t/m 21, 25 en 26 + dictee 

Slide 2 - Diapositive

Doelen BBL

  • Je kan een tekst schrijven met een bepaald doel.
  • Je kan een tekst schrijven waar de leestekens goed in staan.




Slide 3 - Diapositive

Doelen KBL
  • Je kan een tekst schrijven met een bepaald tekstdoel
  • Je kan een tekst schrijven voor leeftijdsgenoten
  • Je kan een tekst schrijven waarin je hoofdletters en leestekes goed gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Doelen TL
  • Je kunt verklaren wat je schrijfdoel is
  • Je kunt vaststellen welke tekstsoort bij je schrijfdoel past
  • Je kunt het taalgebruik voor je publiek bepalen
  • Je kunt een tekst schrijven waarvan de inhoud bij het scrijfdoel past.

Slide 5 - Diapositive

Wat voor teksten schrijf jij thuis?

Slide 6 - Question ouverte

Noem de drie tekstdoelen.

Slide 7 - Question ouverte

Noem de drie tekstsoorten.

Slide 8 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een tekstvorm bij een informerende tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Noem een voorbeeld bij een aansporende tekst.

Slide 10 - Question ouverte

Noem een voorbeeld bij een amuserende tekst.

Slide 11 - Question ouverte

Taalverzorging
- Bij grammatica leer je goede zinnen schrijven.
- Bij spelling leer je hoe je woorden moet schrijven.
- Als je een tekst schrijft, wil je iets bij de lezer. De lezer is het publiek. 
- Dus je moet goed nadenken welke taal en woorden  je gebruikt. 



Slide 12 - Diapositive

Regels en afspraken
Er zijn regels en afspraken voor het schrijven van een tekst:
- hoofdletters (ook bij namen)
- punt
- vraagteken
- uitroepteken

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag BBL en KBL

Slide 14 - Diapositive

Tekstsoorten (TL)
Uiteenzettende teksten
Betogende teksten

Slide 15 - Diapositive

Noem voorbeelden van een uiteenzettende tekst

Slide 16 - Question ouverte

Noem voorbeelden van een betogende teksten

Slide 17 - Question ouverte

Extra afspraken en regels bij schrijven
- schrijf in brieven en teksten de woorden volledig. 
- Gebruik geen afkortingen
- Het gebruik van hoofdletters en leestekens leest makkelijker
- Achter een mededelende zin komt een punt.


Slide 18 - Diapositive

Aan de slag TL

Slide 19 - Diapositive

Wat heb ik vandaag geleerd?
- Ik weet wat korte en lange klanken zijn
- Ik weet hoe je woorden met ei/ij en ou/au moet schrijven
- Ik weet wat het verschil is tussen de stam en de ik-vorm 

Slide 20 - Diapositive